Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
WONINGSTICHTING EIGEN HAARD,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 augustus 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de huurovereenkomst tussen de woningstichting Eigen Haard en de huurder, aangeduid als [geïntimeerde]. Eigen Haard had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter van 24 maart 2015, waarin de kantonrechter had geoordeeld dat er geen huurachterstand meer bestond. Eigen Haard vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, omdat [geïntimeerde] structureel te laat had betaald. Het hof oordeelde dat de structurele wanbetaling een gerechtvaardigde grond voor ontbinding van de huurovereenkomst vormde, maar dat er op dat moment geen huurachterstand meer bestond. Het hof besloot de vorderingen tot ontbinding en ontruiming toe te wijzen, met de voorwaarde dat Eigen Haard hieraan geen rechten kan ontlenen indien [geïntimeerde] gedurende een jaar na betekening van het arrest de huur tijdig betaalt. Dit biedt [geïntimeerde] een laatste kans om aan de verplichtingen uit de huurovereenkomst te voldoen. Het hof veroordeelde [geïntimeerde] ook in de proceskosten van beide instanties.