Tegen deze oordelen en de grondslagen waarop het berust is het hoger beroep van NyStaete gericht. In dat hoger beroep heeft zij haar eis veranderd en vermeerderd. Zij vordert thans, sterk verkort weergegeven,
(1) primair; verklaring voor recht dat de ten gunste van de Zusters opgenomen ontbindende voorwaarde in de koopovereenkomst van 1-2 februari is vervallen, althans dat het beroep daarop van de Zusters niet slaagt, zodat de koopovereenkomst van kracht is gebleven en de Zusters gehouden zijn tot levering van het pand;
(2) verklaring voor recht dat de Zusters zijn tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomst en aansprakelijk zijn voor de schade van NyStaete die daaruit voortvloeit;
(3) verklaring voor recht dat de gemeente onrechtmatig tegenover Nystaete heeft gehandeld en aansprakelijk is voor de schade van NyStaete die daaruit voortvloeit;
(4) verklaring voor recht dat door de vernietiging van het bestreden vonnis de rechtsgrond van al hetgeen ter uitvoering van dat vonnis is verricht, is komen te ontvallen;
(5) primair; veroordeling van de Zusters en de gemeente om alle rechtshandelingen die zij als gevolg van het bestreden vonnis hebben verricht, ongedaan te maken, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
(6) veroordeling van de gemeente tot schadevergoeding, nader op te maken bij staat;
(7) niet-ontvankelijkverklaring van de Zusters en de gemeente;
(8) veroordeling van de Zusters en de gemeente in de proceskosten;
(9) indien de vorderingen onder (4) en (5) niet toewijsbaar zijn: veroordeling van de Zusters tot betaling van € 1.110.000,= met rente aan schadevergoeding, althans tot € 4.185,65, althans tot vergoeding van schade nader op te maken bij staat.