ECLI:NL:GHAMS:2015:2948
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging leaseovereenkomst door echtgenote op grond van artikel 1:88 en 1:89 BW
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vernietiging van een leaseovereenkomst door de echtgenote van de appellant. De zaak betreft een aandelenleaseovereenkomst die door de echtgenote werd vernietigd op basis van de artikelen 1:88 en 1:89 van het Burgerlijk Wetboek. Het hof heeft vastgesteld dat het bewijsvermoeden dat de echtgenote eerder dan drie jaren vóór de vernietigingsbrief op de hoogte was van de leaseovereenkomsten, is ontzenuwd. De appellant, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.B. Maliepaard, heeft de zaak aangespannen tegen DEXIA Nederland B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer.
Het hof heeft eerder op 23 december 2014 een tussenarrest uitgesproken en Dexia de gelegenheid gegeven om haar verweer nader toe te lichten. Dexia stelde dat er posten voor verrekening in aanmerking moesten worden genomen. De appellant betwistte de stellingen van Dexia en voerde aan dat de waarde van de aandelen die aan hem waren geleverd, verrekend diende te worden met de bedragen die Dexia aan hem verschuldigd was. Het hof heeft in zijn beoordeling de praktische uitwerking van eerdere vergelijkbare zaken in acht genomen en benadrukt dat partijen verifieerbare gegevens moeten aanleveren om tot een beslissing te komen.
Het hof heeft de zaak verwezen naar de rol van 11 augustus 2015, waarbij de appellant in de gelegenheid wordt gesteld om zich uit te laten over de waarde van de aandelen op de dag van vernietiging of op de dag van verkoop, met bewijsstukken van die verkoop. Dexia krijgt vervolgens de kans om een antwoordakte in te dienen. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan.