ECLI:NL:GHAMS:2015:2912

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 mei 2015
Publicatiedatum
14 juli 2015
Zaaknummer
200.169.842/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van rechters in strafzaak

In deze zaak heeft de wrakingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 26 mei 2015 uitspraak gedaan op het verzoek tot wraking van mr. A.W. Beelaerts van Blokland, die eerder betrokken was bij de behandeling van een klaagschrift van verzoeker. Het klaagschrift was ingediend op 24 november 2014 en behandeld door de raadkamer van het Gerechtshof Den Haag op 17 maart 2015. Bij beschikking van 20 april 2015 werd het beklag afgewezen. Verzoeker heeft mr. A.W. Beelaerts van Blokland gewraakt op basis van zijn eerdere betrokkenheid en persoonlijke connecties, waaronder het bekijken van zijn LinkedIn-profiel. De wrakingskamer van het Gerechtshof Den Haag heeft de wrakingszaak op 11 mei 2015 ter verdere behandeling verwezen naar het Gerechtshof Amsterdam.

De wrakingskamer overweegt dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid om wraking te verzoeken van rechters na het wijzen van een einduitspraak. Aangezien de behandeling van de zaak al was geëindigd, was verzoeker kennelijk niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking. De wrakingskamer heeft geen mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden, conform artikel 11 lid 1 van het Wrakingsprotocol van het Gerechtshof Amsterdam en het Gerechtshof Den Haag. De beslissing van de wrakingskamer was dan ook om verzoeker niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek tot wraking.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

zaaknummer : 200.169.842/01
beslissing van de wrakingskamer van 26 mei 2015
op het op 24 april 2015 bij het hof binnengekomen verzoekschrift van
[verzoeker]

1.Het geding

Op 17 maart 2015 heeft de raadkamer van het gerechtshof Den Haag bestaande uit mrs. R.C.A. Duindam, A.W. Beelaerts van Blokland en P.J. van der Flier (verder: de raadkamer) het op 24 november 2014 door verzoeker ingediende klaagschrift op grond van artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) behandeld.
Bij beschikking van 20 april 2015 is het beklag ex artikel 12 Sv afgewezen.
Bij brief van 23 april 2015, binnengekomen bij het gerechtshof Den Haag op 24 april 2015, heeft verzoeker de oudste raadsheer mr. A.W. Beelaerts van Blokland gewraakt omdat: “
Hij (het hof begrijpt: mr. A.W. Beelaerts van Blokland) al eerder betrokken was bij deze kwestie uit hoofde van zijn functie bij de Raad van Discipline der advocaten alsmede dat hij van tevoren mijn Linkdin profiel had bekeken, wat tijdens de zitting bleek daar ik direct met mijn roepnaam werd aangesproken. Daarnaast zijn wij beiden leden van bijzondere commissie bij dezelfde organisatie”.
Bij beslissing van de wrakingskamer van het gerechtshof Den Haag van 11 mei 2015 is de wrakingszaak ter verdere behandeling verwezen naar dit hof.

2.Beoordeling

De wrakingskamer overweegt als volgt.
De wet voorziet niet in de mogelijkheid om, wanneer de behandeling van de zaak is geëindigd door het wijzen van een einduitspraak, wraking te verzoeken van (één van) de rechters die deze uitspraak hebben gedaan. Reeds daarom is verzoeker niet-ontvankelijk in het onderhavige wrakingsverzoek (zie HR 18 december 1998, NJ 1999, 271). Het met wraking beoogde doel dat de rechter de zaak niet (verder) behandelt, kan immers niet meer worden bereikt. Aan een inhoudelijke behandeling van het verzoek komt de wrakingskamer niet toe.
Gelet op het voorgaande heeft, op grond van artikel 11 lid 1 van het Wrakingsprotocol van het gerechtshof Amsterdam en het gerechtshof Den Haag, geen mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden.
Een en ander leidt tot de volgende beslissing.

3.Beslissing

De wrakingskamer:
verklaart verzoeker kennelijk niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking.
Deze uitspraak is op 26 mei 2015 gegeven door mrs. S. Clement, P.A.M. Hoek en
F.A. Hartsuiker.