De verdachte is in de periode van 1 oktober 2001 tot begin 2009 werkzaam geweest als directeur van de naamloze vennootschap Maatschappij tot Exploitatie van de [bedrijf 4] en [bedrijf 9] ‘[bedrijf 9]’ (hierna: [bedrijf 1]).De gemeente Nijmegen is enig aandeelhouder van [bedrijf 1]. De aanstelling was materieel een voortzetting van een eerdere aanstelling van de verdachte als gedelegeerd commissaris bij [bedrijf 1] met ingang van 16 januari 2001. Deze aanstelling werd verlengd door middel van een overeenkomst van opdracht inzake interim managementtussen [bedrijf 1] enerzijds en [bedrijf 3] B.V. (hierna: [bedrijf 3]), anderzijds. De verdachte was enig aandeelhouder van [bedrijf 3] B.V.Bij het ondertekenen van de overeenkomst was [bedrijf 1] rechtsgeldig vertegenwoordigd door [betrokkene 1], wethouder van de gemeente Nijmegen, in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de gemeente Nijmegen als honderd procent aandeelhouder van [bedrijf 1], en [betrokkene 2], voorzitter van de Raad van Commissarissen (RvC) van [bedrijf 1]. [bedrijf 3] was rechtsgeldig vertegenwoordigd door de verdachte als haar statutair directeur.
De statutaire doelstelling van [bedrijf 1] luidt: “het instandhouden, exploiteren of doen exploiteren van de [bedrijf 4] c.a. en het [bedrijf 9] ‘[bedrijf 9]’ c.a., alsmede het bevorderen van culturele activiteiten in de ruimste zin. Zij biedt daarbij zoveel mogelijk een dwarsdoorsnede van podiumkunsten tegen een betaalbare prijs voor een zo breed mogelijk publiek en richt zich daarbij op het bewaren en doorgeven van het cultureel erfgoed, het inspelen op vernieuwende tendensen en het zogenaamde avondje-uit”.
[bedrijf 1] heeft (via haar dochteronderneming [bedrijf 9] B.V.) in 2002 een overeenkomst gesloten met [bedrijf 2], waardoor de exploitatie van de horeca-activiteiten in het [bedrijf 9] en de [bedrijf 4] voor rekening en risico van [bedrijf 2] kwam.Bij aangetekende brief van 2 januari 2006 is de overeenkomst met [bedrijf 2] per 31 maart 2007 formeel beëindigd. In deze brief wordt door de verdachte de intentie uitgesproken om met ingang van 1 april 2007 een nieuwe periode van samenwerking met [bedrijf 2] aan te gaan. De brief is ondertekend door de verdachte, als directeur van [bedrijf 9].Op 1 november 2006 heeft de verdachte op briefpapier van [bedrijf 3], als onderdeel van [bedrijf 3], vertrouwelijk een factuur gestuurd aan [bedrijf 7], ter attentie van de heer [getuige] en ten bedrage van
€ 10.799,97, met als omschrijving: “zoals overeengekomen doen wij u hierbij, onze nota ten behoeve van management ondersteuning, volgens onze overeenkomst toekomen.”.Deze nota is door [bedrijf 2] niet betaald.
Tijdens de vergadering van de RvC op 13 november 2006 is door de verdachte gemeld dat het contract met [getuige] inmiddels mondeling was verlengd en dat verdachte dacht dat dit een goede zet was, omdat de prestaties goed en de afspraken over de afdracht gunstig waren.
Medio december 2006 heeft verdachte [betrokkene 3] van [bedrijf 8]. (hierna: [bedrijf 8]) benaderd met de vraag of belangstelling bestond om de horeca in [bedrijf 9] en de [bedrijf 4] te gaan exploiteren per 1 april 2007. Eind december 2006 heeft hij [bedrijf 8] een kopie van de overeenkomst met [getuige] verstrekt en vervolgens heeft de verdachte in diverse gesprekken met [betrokkene 3] de nodige toelichting gegeven en inzage gegeven in de omzetgegevens.Op 29 januari 2007 is door de verdachte, namens [bedrijf 9], vervolgens een intentieverklaring getekend, onder meer inhoudende dat [bedrijf 9] bereid is de lopende overeenkomst met [bedrijf 2] welke per 31 maart 2007 afloopt, te beëindigen en een nieuwe overeenkomst te sluiten met [bedrijf 8] .Op 1 februari 2007 heeft de verdachte op briefpapier van [bedrijf 3], als onderdeel van de [bedrijf 3], een declaratie gestuurd aan [bedrijf 8]., ter attentie van [betrokkene 3] en ten bedrage van € 23.800,00, met als omschrijving: “Zoals overeengekomen doen wij u hierbij, onze nota ten behoeve van management werkzaamheden bij uw onderneming toekomen.”.Op 9 februari 2007 heeft de verdachte de exploitatieovereenkomst ter ondertekening aan [betrokkene 3] toegezonden.Op 13 februari 2007 heeft de verdachte per e-mail het contract met [bedrijf 2] beëindigd.Op 14 februari 2007 heeft [betrokkene 3] aan de verdachte laten weten met de inhoud van de exploitatieovereenkomst te kunnen instemmen, maar deze nog niet te kunnen tekenen omdat nog een aantal zaken met [getuige] diende te worden afgestemd, zoals het over te nemen personeel, de voorraden en eventuele inventaris.Op 15 februari 2007 is het aan [bedrijf 8] in rekening gebrachte bedrag van € 23.800,00 op de rekening van [bedrijf 3] bijgeschreven.Op 27 juli 2007 is [bedrijf 1]/[bedrijf 9] uiteindelijk een cateringcontract met [bedrijf 8] aangegaan.