Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het beklag
€ 360,- uit te vaardigen tegen
[beklaagde], wonende te Amsterdam, ter zake van diefstal en heling.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 12 juni 2015 uitspraak gedaan in het beklag met rekestnummer K14/0447. Het beklag is ingediend door klaagster, wonende te Amsterdam, tegen de beslissing van de officier van justitie te Amsterdam om een strafbeschikking van € 360,- uit te vaardigen tegen beklaagde, eveneens wonende te Amsterdam, ter zake van diefstal en heling. Het hof ontving het klaagschrift op 24 oktober 2014 en heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder een verslag van de advocaat-generaal van 3 maart 2015, waarin werd geadviseerd om de vervolging te bevelen.
Tijdens de behandeling in raadkamer op 30 april 2015 heeft klaagster haar beklag toegelicht, terwijl beklaagde, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet is verschenen. De advocaat-generaal was aanwezig en heeft geen aanleiding gezien om de conclusie in het verslag te herzien. Het hof heeft vastgesteld dat, indien de zaak aan de strafrechter zou worden voorgelegd, een bewezenverklaring van diefstal of heling aannemelijk is. Klaagster heeft beklaagde € 500,- betaald voor de aankoop van een fiets, die later bleek de door haar ontstolen fiets te zijn. Dit roept vragen op over de rechtvaardigheid van de strafbeschikking, aangezien beklaagde er financieel beter van zou worden na betaling van de boete.
Het hof heeft daarom besloten om de vervolging van beklaagde te bevelen, met inachtneming van de mogelijkheid voor klaagster om haar schadevordering als benadeelde partij in te dienen. De beslissing houdt in dat de officier van justitie te Amsterdam wordt opgedragen om beklaagde te vervolgen, en dat indien daartoe termen aanwezig zijn, de vervolging kan worden ingesteld door middel van een OM-strafbeschikking. Deze beschikking is gegeven door de rechters in tegenwoordigheid van de griffier, en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.