ECLI:NL:GHAMS:2015:1855

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 mei 2015
Publicatiedatum
19 mei 2015
Zaaknummer
200.166.688-01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenarrest in hoger beroep inzake nalatenschap en executeurschap

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de appellanten tegen eerdere vonnissen in een civiele procedure. De appellanten, waaronder mr. Johannes Cornelis Jacobus Smallenbroek in zijn hoedanigheid als executeur van de nalatenschap van erflaatster [X], hebben de geïntimeerden gedagvaard om hun hoger beroep aan te spannen. Het Gerechtshof Amsterdam heeft de zaak op de rol ingeschreven en de geïntimeerden zijn verschenen met hun advocaat.

Het hof heeft besloten om een comparitie van partijen te gelasten. Dit is bedoeld om inlichtingen te verkrijgen, een minnelijke regeling te beproeven en het verdere verloop van het hoger beroep te bespreken. Hierbij kunnen ook zaken als mediation, bewijsvoering en rapportage door deskundigen aan de orde komen. Het hof heeft bepaald dat partijen, of hun vertegenwoordigers, in persoon moeten verschijnen voor de raadsheercommissaris, mr. G.B.C.M. van der Reep, in het Paleis van Justitie te Amsterdam.

Daarnaast zijn er verschillende termijnen vastgesteld voor het indienen van processtukken en het opgeven van verhinderdagen. Het hof heeft iedere verdere beslissing aangehouden, wat betekent dat er nog geen definitieve uitspraak is gedaan over de inhoudelijke geschilpunten. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 12 mei 2015, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.166.688/01
zaaknummer rechtbank : C/16/335042/HA ZA 13-33
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 12 mei 2015
inzake

1.[appellante sub 1] ,

wonende te [woonplaats 1] ,
2. mr. Johannes Cornelis Jacobus SMALLENBROEK,
wonende te ’s-Gravenhage en kantoorhoudende te Leiderdorp,
in zijn hoedanigheid van (opvolgende) executeur van de nalatenschap van
[X] (erflaatster),
appellanten,
advocaat: mr. G.L. Maaldrink te 's-Gravenhage,
tegen

1.[geïntimeerde sub 1] ,

wonende te [woonplaats 2] ,
2. [geïntimeerde sub 2] ,
wonende te [woonplaats 3] ,
geïntimeerden,
advocaat: mr. B. Breederveld te Alkmaar.

1.Het geding in hoger beroep

Appellanten hebben bij exploot geïntimeerden aangezegd in hoger beroep te komen van een of meer tussen partijen in de onderhavige zaak gewezen vonnissen, met dagvaarding van geïntimeerden voor dit hof.
De zaak is op de rol ingeschreven en geïntimeerden zijn bij advocaat verschenen.

2.Beoordeling

Het hof ziet aanleiding om een comparitie van partijen te gelasten. Het doel is het verkrijgen van inlichtingen, het beproeven van een minnelijke regeling en/of het bespreken van het verdere verloop van het hoger beroep, waarbij onder meer mediation, bewijsvoering en/of rapportage door deskundigen aan de orde kunnen komen. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.Beslissing

Het hof:
bepaalt dat partijen in persoon respectievelijk, voor zover partijen rechtspersoon zijn, vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte en tot het geven van de verlangde inlichtingen in staat is en die bevoegd is (door schriftelijke machtiging of anderszins) tot het aangaan van een schikking, tezamen met hun advocaten zullen verschijnen voor het tot raadsheercommissaris benoemde lid van het hof, mr. G.B.C.M. van der Reep, die daartoe zitting zal houden in het Paleis van Justitie, IJdok 20 te Amsterdam, op een nader te bepalen tijdstip, tot het hiervoor onder 2 omschreven doel;
bepaalt dat partijen binnen 1 week na heden op de rol van 19 mei 2015 hun verhinderdagen en die van hun advocaten voor de maanden juni t/m september 2015 kunnen opgeven, waarna het hof de dag en het tijdstip van de comparitie zal vaststellen, in welk geval behoudens klemmende redenen of overmacht geen uitstel van de comparitie meer zal worden verleend;
bepaalt dat appellanten uiterlijk 4 weken na heden een kopie van het volledige procesdossier (de stukken van de eerste aanleg met inbegrip van de producties en de appeldagvaarding) in enkelvoud zullen indienen bij het hof (roladministratie – team handel);
bepaalt dat partijen uiterlijk 2 weken vóór de dag van de comparitie de stukken waarop zij voor het overige een beroep zouden willen doen, in kopie over zullen leggen door toezending aan het hof (roladministratie – team handel) en de wederpartij;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.C.W. Rang, C.C. Meijer en J.W. Hoekzema en in het openbaar uitgesproken op 12 mei 2015 in tegenwoordigheid van de griffier.