Uitspraak
1.[APPELLANT SUB 1] en
[APPELLANT SUB 2],
1.[GEÏNTIMEERDE SUB 1] en
[GEÏNTIMEERDE SUB 2],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling
Dat was in juni 2011”
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die een vervolg is op een tussenarrest van 19 augustus 2014, heeft het Gerechtshof Amsterdam op 12 mei 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen twee appellanten en twee geïntimeerden over de uitvoering van een koopoptie en de bijbehorende huurcontracten van een horecaonderneming en de appartementen boven het pand aan het [adres] te Amsterdam. De appellanten, vertegenwoordigd door advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer, vorderden dat de geïntimeerden, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.N. Heeringa, zouden meewerken aan de indeplaatsstelling en contractsovername. Het hof oordeelde dat de geïntimeerden niet in staat waren het bewijs te ontzenuwen dat de koopoptie van € 175.000,= (plus € 1.500,= voor elk jaar dat de optie later wordt uitgeoefend) zowel de huurovereenkomst van de horecaonderneming als de huurovereenkomsten van de appartementen omvatte. De getuigenverklaringen die door de geïntimeerden waren ingebracht, gaven onvoldoende duidelijkheid over de oorspronkelijke afspraken die in 2008 waren gemaakt. Het hof vernietigde de eerdere vonnissen en veroordeelde de geïntimeerden tot medewerking aan de uitvoering van de koop van de huurcontracten. Tevens werden de kosten van het geding aan de zijde van de appellanten toegewezen.