ECLI:NL:GHAMS:2015:1759

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 maart 2015
Publicatiedatum
13 mei 2015
Zaaknummer
23-003529-13
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de rechtbank Amsterdam inzake diefstal met geweld en vrijspraak van andere tenlastegelegde feiten

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 26 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 17 juli 2013. De verdachte was beschuldigd van diefstal met geweld en andere gerelateerde feiten, gepleegd op 19 januari 2011 te Bussum. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de meeste tenlastegelegde feiten, waaronder de feiten 2 en 3 primair en subsidiair, omdat het hof van oordeel was dat het bewijs onvoldoende was. Het hof oordeelde dat het politieonderzoek gebrekkig was en dat er te veel onbeantwoorde vragen waren om tot een veroordeling te komen.

Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde, de diefstal van een aansteker en een pakje sigaretten, oordeelde het hof dat dit wettig en overtuigend bewezen was. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken. Het hof hield rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoonlijke situatie van de verdachte, die zorg droeg voor twee kinderen.

De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat het hof oordeelde dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding zou opleveren. De benadeelde partij kon haar vordering alleen bij de burgerlijke rechter indienen. Het hof heeft de teruggave van in beslag genomen goederen aan zowel de verdachte als de benadeelde partij gelast.

Uitspraak

Parketnummer: 23-003529-13
Datum uitspraak: 26 maart 2015
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 17 juli 2013 in de strafzaak onder parketnummer 13-660051-11 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 12 maart 2015 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1:
hij op of omstreeks 19 januari 2011 te Bussum, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen in/uit een (boven)woning (gelegen aan [adres 2]) - een of meer bankbiljet(ten) van twintig (20) en/of vijf (5) euro, in elk geval een geldbedrag, en/of - een aanstekker en/of - een pakje sigaretten (van het merk Kent) , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die bankbiljet(ten), althans geldbedrag, en/of aansteker en/of pakje sigaretten onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door - een raam(kozijn) van die (boven)woning (met een breekijzer) open te wrikken, en/of open te breken en/of te forceren en/of - (vervolgens) (door de onstane opening) die (boven)woning te betreden, in elk geval door middel van braak, verbreking en/of inklimming in die (boven)woning en/of welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn/haar mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) - in donkere kleding en/of met over het hoofd getrokken capuchon(s) en/of bivakmuts(en), althans met gezichtsbedekking, naar de slaapkamer van die [slachtoffer] is/zijn gegaan en/of - die [slachtoffer] (met kracht) heeft/hebben (terug)geduwd en/of gedrukt en/of (vast)gepakt in haar bed en/of - (daarbij) tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd: "niet bewegen, blijf liggen" althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, en/of - (vervolgens) die [slachtoffer] in haar bed heeft/hebben (vast)gehouden;
2:
hij op of omstreeks 19 januari 2011 te Bussum, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen in/uit een woning (gelegen aan [adres 2]) een hoeveelheid hennep(planten), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan (een) onbekend gebleven eigena(a)r(en), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en/of die hoeveelheid hennep(planten) en/of goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming in die woning en/of daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een of meer bewoner(s) van die woning, te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan dat misdrijf de vlucht mogelijk te maken en/of het bezit van het gestolene te verzekeren, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, - met een of meerdere bestelbus(sen) naar die woning (gelegen aan [adres 2]) is/zijn toegereden en/of - met over het hoofd getrokken capuchon(s) en/of bivakmuts(en) het dak van die woning heeft/hebben betreden en/of is/zijn opgeklommen en/of - (vervolgens) (met een breekijzer) een raam(kozijn) heeft/hebben open gewrikt en/of verbroken en/of geforceerd en/of (vervolgens) (door de ontstane opening) die woning heeft/hebben betreden en/of - naar de slaapkamer van bewoner [slachtoffer] is/zijn gegaan en/of (vervolgens) in de slaapkamer die [slachtoffer] (met kracht) heeft/hebben (terug)geduwd en/of gedrukt en/of (vast)gepakt in haar bed en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd: "niet bewegen, blijf liggen" althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of die [slachtoffer] in haar bed heeft/hebben (vast)gehouden en/of - in de centrale hal van die woning (met een breekijzer) een of meer toegangsdeur(en) heeft/hebben open gebroken en/of gewrikt en/of geforceerd en/of een of meerdere ruimte(s) en/of kamer(s) in die woning heeft/hebben doorzocht, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3 primair:
hij op of omstreeks 19 januari 2011 te Bussum, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en / of beroofd gehouden, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of (een of meer) van zijn mededader(s) zich naar de woning van die [slachtoffer] (gelegen aan [adres 2]) begeven en/of met over het hoofd getrokken capuchon(s) en/of bivakmuts(en) een raam(kozijn) van die woning open gewrikt en/of verbroken en/of geforceerd en/of (door de ontstane opening) die woning betreden en/of die [slachtoffer] (met kracht) (terug)geduwd en/of gedrukt en/of (vast)gepakt in haar bed en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] gezegd: "niet bewegen, blijf liggen", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, en/of (vervolgens) die [slachtoffer] in haar bed (vast)gehouden;
3 subsidiair:
hij op of omstreeks 19 januari 2011 te Bussum tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, wederrechtelijk is binnengedrongen in een woning gelegen aan [adres 2] en in gebruik bij [slachtoffer], althans bij een ander of anderen dan bij verdachte en/of zijn mededader(s).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 2, 3 primair en 3 subsidiair is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Het hof overweegt hiertoe dat, gelet op het door de politie in deze zaak uitgevoerde onderzoek dat minst genomen gebrekkig is geweest en dat verschillende vragen onbeantwoord laat, en gelet op de stukken van het op dat onderzoek gebaseerde dossier, niet met zekerheid kan worden vastgesteld dat de gebeurtenissen hebben plaatsgevonden zoals ten laste gelegd. Het hof zal de verdachte daarom geheel vrijspreken van de feiten 2 en 3.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde geldbedrag is het hof van oordeel, dat uit het dossier niet duidelijk kan worden opgemaakt of het bij de verdachte aangetroffen geldbedrag (te weten een briefje van twintig en twee briefjes van vijf) het bedrag is dat de aangeefster op enig moment miste in haar portemonnee. Het hof zal de verdachte daarom vrijspreken van dat deel van het onder 1 ten laste gelegde.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1:
hij op 19 januari 2011 te Bussum, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit een bovenwoning gelegen aan [adres 2]
- een aansteker en
- een pakje sigaretten van het merk Kent, toebehorende aan [slachtoffer].
Hetgeen onder 1 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
Het standpunt van de raadsman, dat de verdachte niet het oogmerk heeft gehad om zich in de woning van aangeefster haar aansteker en sigaretten wederrechtelijk toe te eigenen, vindt zijn weerlegging in de bewijsmiddelen. Het verweer wordt verworpen.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
diefstal.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 1 bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1 en 3 subsidiair bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 38 dagen, met aftrek van de tijd die in voorarrest is doorgebracht.
Tegen voormeld vonnis is door het Openbaar Ministerie hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1, 2 en 3 subsidiair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
Met betrekking tot de straf (maat) heeft de raadsman van de verdachte het hof verzocht, in geval van bewezen verklaring van feiten 1 en 3 subsidiair, de verdachte een straf op te leggen gelijk aan het voorarrest. Aangezien de verdachte al enige tijd geen nieuwe strafbare feiten heeft gepleegd en hij de zorg heeft voor twee kinderen is een hernieuwde vrijheidsstraf volgens de raadsman op dit moment weinig zinvol. Voorts heeft de raadsman gewezen op de overschrijding van de redelijke termijn.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de diefstal van goederen uit een woning.
Het hof rekent de verdachte zijn gedrag aan; hij heeft slechts oog gehad voor snel eigen (financieel) gewin en heeft zodoende geen respect getoond voor het eigendomsrecht van een ander, noch heeft hij zich bekommerd om de gevoelens van onveiligheid die doorgaans veroorzaakt worden door diefstal uit een woning.
Blijkens een de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 2 maart 2015 is de verdachte eerder onherroepelijk veroordeeld voor wat betreft vermogensdelicten.
Het hof heeft acht geslagen op de omstandigheid, dat in deze zaak in eerste aanleg de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM is overschreden, nu de zaak in eerste aanleg niet is afgerond met een eindbeslissing binnen twee jaar na de ten laste gelegde en bewezen verklaarde gebeurtenis. Als gevolg daarvan wordt de redelijke termijn overschreden met zes maanden. Het hof zal volstaan met de constatering van deze overschrijding.
Het hof acht, alles afwegende, een vrijheidsstraf van na te melden duur passend en geboden.
Beslag
Nu het hof niet bewezen acht dat de verdachte het bij hem aangetroffen geldbedrag heeft ontvreemd, zal een bedrag van € 30,00 dat onder hem in beslag is genomen aan hem worden teruggegeven.
De overige goederen die onder de verdachte in beslag zijn genomen, de aansteker en het pakje sigaretten, zullen aan aangeefster worden geretourneerd.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding van € 34,80. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 4,80.
De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd.
Het hof heeft in hoger beroep te oordelen over de gevorderde schadevergoeding voor zover deze in eerste aanleg is toegewezen.
Het hof is van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert, nu het hof heeft bepaald dat de aansteker en de sigaretten aan de benadeelde partij zullen worden geretourneerd. De benadeelde partij kan daarom thans in haar vordering niet worden ontvangen en kan zijn eventuele vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2, 3 primair en 3 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de
teruggaveaan verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
een bankbiljet van € 20,00 en twee bankbiljetten van € 5,00.
Gelast de
teruggaveaan [slachtoffer] van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
een aansteker met afbeelding van een puppy op voor- en achterzijde;
een pakje sigaretten, kleur groen, merk Kent Suround.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.W.H.G. Loyson, mr. N.A. Schimmel en mr. J.L. Bruinsma, in tegenwoordigheid van mr. A. Scheffens, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 26 maart 2015.