Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Bewezenverklaring
zij in de periode van 10 maart 2010 tot en met 24 november 2010 te Amsterdam Zuidoost, gemeente Amsterdam en/of te Almere en/of te Heerlen, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door een samenweefsel van verdichtsels de Belastingdienst heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, immers hebben verdachte en haar mededader - ter verkrijging van Kinderopvangtoeslag - een document, te weten een valselijk opgemaakte elektronische aanvraag Kinderopvangtoeslag/WKO-aanvraag (D-159) bij de Belastingdienst ingediend, inhoudende (onder meer) dat [betrokkene] (vanaf 1 januari 2009) kinderopvang geniet bij [bedrijf] (gedurende 236 uur per maand), waardoor verdachte en haar mededader de suggestie hebben gewekt dat de persoon genoemd op de aanvraag Kinderopvangtoeslag/WKO-aanvraag recht had op deze toeslag, waardoor de Belastingdienst is bewogen tot uitbetaling van voornoemde toeslag;
zij in de periode van 11 maart 2010 tot en met 24 november 2010, te Amsterdam Zuidoost, gemeente Amsterdam, een geldbedrag heeft overgedragen terwijl zij wist dat dat bedrag - onmiddellijk - afkomstig was uit misdrijf, immers heeft verdachte een bedrag van € 2.000 betaald aan een persoon genaamd [medeverdachte];
zij in de periode van 11 maart 2010 tot en met 24 november 2010 te Amsterdam Zuidoost, gemeente Amsterdam, in strijd met een haar krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten bij of krachtens artikel 17 lid 2 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen juncto artikel 5 lid 1 en 5 Uitvoeringregeling algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken aan de Belastingdienst/Toeslagen, zulks terwijl dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf, terwijl verdachte wist dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes recht op een verstrekking of tegemoetkoming, namelijk een uitkering krachtens de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Kinderopvangtoeslag), immers heeft verdachte niet doorgegeven dat haar kind geen kinderopvang genoot en had genoten.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
200 (tweehonderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
100 (honderd) dagen hechtenis.