Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 16 juli 2014, te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, althans in Nederland, van een voorwerp, te weten een hoeveelheid geld (ter waarde van circa EURO 110.810), althans enig geldbedrag, de herkomst en/of vindplaats heeft verborgen en/of heeft verhuld en/of van (een) voorwerp(en), te weten voornoemde hoeveelheid geld, voorhanden heeft gehad en/of gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dit geldbedrag geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
hij op of omstreeks 16 juli 2014 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, althans in Nederland, al dan niet opzettelijk, niet heeft voldaan aan zijn verplichting tot het doen van (schriftelijke) (volledige en/of juiste) aangifte, zoals bedoeld in artikel 3 van de Verordening (EG) Nr. 1889/2005 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 oktober 2005 betreffende de controle van liquide middelen die de Gemeenschap binnenkomen of verlaten, immers heeft hij toen en daar geen, onvolledig of onjuiste, aangifte gedaan (tevens door te verklaren dat hij, verdachte, een bedrag van EURO 3.000 bij zich had), terwijl hij die Gemeenschap binnenkwam of verliet en liquide middelen ten bedrage van EURO 10.000 of meer vervoerde, te weten (in totaal circa) EURO 110.810.
hij op of omstreeks 16 juli 2014 in de gemeente [geboorteplaats] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 11,5 gram, in elk geval een hoeveelheid, van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
hij op of omstreeks 16 juli 2014 in de gemeente [geboorteplaats], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres]) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 759 gram hennep, althans een aantal henneptoppen, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet.
Vonnis waarvan beroep
Partiële vrijspraak
Bewijsoverwegingen
Bewezenverklaring
hij op 16 juli 2014, te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, van een hoeveelheid geld ter waarde van EURO 108.000 de vindplaats heeft verhuld en voornoemde hoeveelheid geld voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat dit geldbedrag - onmiddellijk of middellijk- afkomstig was uit enig misdrijf.
hij op 16 juli 2014 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer niet heeft voldaan aan zijn verplichting tot het doen van aangifte, zoals bedoeld in artikel 3 van de Verordening (EG) Nr. 1889/2005 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 oktober 2005 betreffende de controle van liquide middelen die de Gemeenschap binnenkomen of verlaten, immers heeft hij toen en daar onjuiste
,aangifte gedaan door te verklaren dat hij, verdachte, een bedrag van EURO 3.000 bij zich had, terwijl hij die Gemeenschap binnenkwam of verliet en liquide middelen ten bedrage van EURO 10.000 of meer vervoerde, te weten (in totaal circa) EURO 110.810.
hij op of omstreeks 16 juli 2014 in de gemeente [geboorteplaats] opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 11,5 gram van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
hij op of omstreeks 16 juli 2014 in de gemeente [geboorteplaats] opzettelijk aanwezig heeft gehad in een pand aan de [adres] ongeveer 759 gram hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
147 (honderdzevenenveertig) dagen.
taakstrafbestaande uit een werkstraf voor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis.
€ 1.000,00 (duizend euro)bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis.
teruggaveaan verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: een geldbedrag van 2.810 euro en een geldbedrag van 2.280 euro.