Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
het gemeentelijke rapport), daarin staat onder meer:
Omschrijving
belanghebbendes rapport), staat onder andere:
3.Het oordeel van de rechtbank
4.Geschil in hoger beroep
5.Beoordeling van het geschil
het gemeentelijke rapport. Bij de beoordeling van de vraag of de heffingsambtenaar aan zijn bewijslast heeft voldaan, moet acht worden geslagen op al hetgeen belanghebbende daartegen heeft ingebracht.
het gemeentelijk rapporten betoogt dat de heffingsambtenaar bij de vaststelling van de WOZ-waarde met de slechte onderhoudssituatie van de woning onvoldoende rekening heeft gehouden. Hij heeft daarbij gewezen op een aantal gebreken in en aan zijn woning en verwijst in dit kader in het bijzonder naar de gebreken die vermeld staan in (het eerst in hoger beroep overlegde)
belanghebbendes rapport(zie 2.2.2).
het gemeentelijke rapportheeft aangevoerd, moet - nu geen sprake is van een ‘goed onderhouden’ woning - de conclusie zijn dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij de WOZ-waarde niet te hoog heeft vastgesteld.
belanghebbendes rapport.
belanghebbendes rapportonvoldoende aannemelijk gemaakt waarom het object op 1 januari 2011 in een ‘zeer matige staat van onderhoud’ verkeerde en dat de waarde van de woning derhalve op € 425.000 dient te worden vastgesteld. Het Hof neemt daarbij het volgende in aanmerking. Allereerst heeft belanghebbendes taxateur de taxatie circa 3 jaren na de peildatum verricht, zodat - zoals de heffingsambtenaar ter zitting van het Hof heeft betoogd - de onderhoudstoestand ten tijde van de taxatie slechter kan zijn geweest dan op de peildatum. Ten tweede heeft belanghebbende de woning zelf (omstreeks 1995) met ‘goede materialen’ gebouwd (zie 2.2.2, onder 4) en verklaard dat hij het gestelde achterstallig onderhoud (met uitzondering van eventuele funderingsgebreken) zelf voor € 15.000 kan herstellen. Ook dit een en ander duidt er naar het oordeel van het Hof op, in aanmerking genomen dat sprake is van een ‘degelijke constructie’ (zie 2.2.2, onder 4), dat de kwalificatie ‘zeer matige staat van onderhoud’ enigszins overtrokken is. Daarnaast is van belang dat volgens
belanghebbendes rapport(1) de waarde per 1 januari 2010 € 425.000 bedraagt, en (2) die waarde vanaf die datum tot en met 2013 gelijk gebleven is.
6.Kosten
- de in onderdeel b vermelde kosten van een deskundige die een verslag aan een belanghebbende heeft uitgebracht (verder taxatiekosten);
- de in onderdeel c vermelde reiskosten voor het door belanghebbende bijwonen van de zitting in beroep en hoger beroep, alsmede
- de in onderdeel d vermelde verletkosten voor het door belanghebbende bijwonen van de zitting in beroep en hoger beroep.
- Broek op Waterland – Haarlem v.v. ad € 13,24
- Broek op Waterland - Amsterdam v.v. ad € 5,16
- 3 uren bijwonen zitting rechtbank à € 25 per uur;
- 3 uren bijwonen zitting Hof à € 25 per uur,