Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
grief Islaagt en uit 2.4 volgt dat
grief IIslaagt.
Grief IIIslaagt in zoverre dat niet gebleken is dat [appellant] op 16 maart 2011 te kennen zou hebben gegeven geen werkzaamheden meer te zullen uitvoeren; dit heeft hij op 19 maart 2011 te kennen gegeven.
Grief IVfaalt, nu de bedoelde offerte van Unimar in het geding is gebracht en vaststaat dat deze is uitgebracht.
grief Vheeft de kantonrechter ten onrechte beslist dat van de juistheid van de door RVJ genoemde gebreken wordt uitgegaan.
Dat de werkzaamheden, zoals [appellant] naar voren brengt, nog niet waren voltooid, maakt een en ander niet anders, nu uit het RVJ-rapport blijkt dat een groot deel van de uitgevoerde werkzaamheden ondeugdelijk waren uitgevoerd en weer ongedaan moesten worden gemaakt.
De grief faalt.
grief VIbetoogt [appellant] dat ten onrechte overwogen is dat hij na afloop van de brief van 17 maart 2011 in verzuim was. In
grief VIIbetwist [appellant] de overweging in het bestreden vonnis dat er vanaf 17 maart 2011 geen betalingsachterstand meer was en die omstandigheid geen aanleiding kon geven tot de opschorting van het werk. In
grief VIIIbestrijdt [appellant] de overweging dat hij het werk ten onrechte heeft opgeschort. Volgens
grief IXheeft de kantonrechter ten onrechte overwogen dat [geïntimeerde] de overeenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden.
grief Xaan de orde de waarde van het werk dat [appellant] heeft uitgevoerd aan de badkamer. Door de kantonrechter is geoordeeld dat dit in het geheel geen waarde had, hetgeen volgens [appellant] niet juist is. Volgens hem had zijn werk een aanzienlijke waarde. Hij verwijst daartoe naar het eerder genoemde rapport van [X]. Voorts stelt hij dat de oude douchewand tussen slaapkamer en badkamer heeft hersteld; dat hij een wc-koof heeft verplaatst; dat hij elektra leidingen heeft ingefreesd; dat hij stopcontacten, verlichting, ventilator, douche-mengkraan en wastafelmeubel heef ingefreesd; dat hij een wand tussen keuken en badkamer opnieuw heeft gezet, constructief heeft afgewerkt en gestuukt en dat hij een complete vloer eruit heeft gehaald en een nieuwe betonnen vloer heeft geplaatst. Tijdens het pleidooi in hoger beroep heeft [appellant] voorts aangevoerd dat Unimar de geoffreerde werkzaamheden niet heeft uitgevoerd. [geïntimeerde] heeft daarop aangegeven dat iemand van Unimar de werkzaamheden heeft verricht.
grieven XII en XIII.
Ondanks het slagen van grief X heeft [appellant] naar 's hofs oordeel nog steeds te gelden als de grotendeels in het ongelijk te partij, zodat hij zal worden verwezen in de kosten van de procedure, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep.