ECLI:NL:GHAMS:2014:6146
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
WOZ-waarde en erfbelasting in geschil bij Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 24 juli 2014, betreft het hoger beroep van belanghebbende, [X], tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem inzake een aanslag erfbelasting. De inspecteur van de Belastingdienst had op 17 januari 2012 een aanslag opgelegd, berekend naar een belaste verkrijging van € 43.430. Na bezwaar bleef de aanslag gehandhaafd, wat leidde tot een ongegrond verklaard beroep bij de rechtbank op 23 november 2012. Het hoger beroep werd op 3 januari 2013 ingediend.
De zaak draait om de waardering van legaten in het kader van de erfbelasting, waarbij belanghebbende betoogt dat de waarde van de legaten gelijk moet zijn aan het bedrag dat hij daadwerkelijk heeft ontvangen, namelijk € 45.697,84. De inspecteur daarentegen stelt dat de WOZ-waarde van de woning, vastgesteld op € 457.000, moet worden gevolgd voor de erfbelasting. Het Hof oordeelt dat de WOZ-waarde voor de heffing van erfbelasting in aanmerking moet worden genomen, conform artikel 21, lid 5 van de Successiewet 1956.
Belanghebbende heeft ook aangevoerd dat de WOZ-waarde te hoog is vastgesteld, maar het Hof stelt vast dat deze waarde vaststaat omdat er geen beroep tegen de uitspraak op bezwaar is ingesteld. Het Hof concludeert dat de stellingen van belanghebbende geen steun vinden in het recht en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De kostenveroordeling wordt afgewezen, en het Hof benadrukt dat de wet niet kan worden beoordeeld op billijkheid. De uitspraak is openbaar uitgesproken en belanghebbende kan binnen zes weken in cassatie gaan bij de Hoge Raad.