ECLI:NL:GHAMS:2014:6114
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Benoeming van een vereffenaar in een nalatenschap met geschil tussen erfgenamen
In deze zaak gaat het om de benoeming van een vereffenaar voor de nalatenschap van [Z], die op 27 mei 2012 is overleden. [X], de dochter van de overledene, is in hoger beroep gekomen tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 20 februari 2014, waarin de heer [R] als vereffenaar was benoemd. [Y], de partner van de overledene, heeft een verweerschrift ingediend en verzoekt de benoeming van een nieuwe vereffenaar. De rechtbank had eerder bepaald dat [X] als enig erfgenaam de kosten van de uitvaart aan [Y] moest betalen, maar [X] betwist dat [Y] recht heeft op deze kosten en stelt dat de uitvaartkosten al door haar grootmoeder zijn voldaan.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 1 oktober 2014 zijn beide partijen verschenen, maar de heer [R] is niet verschenen. Het hof oordeelt dat [X] ontvankelijk is in haar hoger beroep, ondanks de stelling van [Y] dat zij zonder toestemming van de vereffenaar in hoger beroep is gekomen. Het hof overweegt dat de benoeming van een vereffenaar kan worden aangevochten door belanghebbenden, en dat [Y] als schuldeiser van de nalatenschap moet worden aangemerkt.
Het hof concludeert dat [X] in haar rol als vereffenaar tekort is geschoten en niet in staat is om de nalatenschap adequaat te beheren. De kosten van de uitvaart zijn door [Y] betaald, en [X] heeft niet voldoende bewijs geleverd dat deze kosten door haar grootmoeder zijn voldaan. Het hof vernietigt de eerdere beschikking en benoemt mr. J.C.M.C. de Haan als nieuwe vereffenaar van de nalatenschap, en compenseert de proceskosten. De beschikking is openbaar uitgesproken op 16 december 2014.