ECLI:NL:GHAMS:2014:5399
Gerechtshof Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van rechters in een familiezakenprocedure
In deze zaak heeft de wrakingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 16 december 2014 uitspraak gedaan op een verzoek tot wraking van rechters in een familiezakenprocedure. Het verzoeker, die betrokken was bij een hoger beroep dat eerder door de familiekamer van het Gerechtshof Den Haag was behandeld, heeft op 9 november 2014 verzocht om verwijzing naar een ander hof om de meervoudige familiekamer te wraken. Dit verzoek volgde op een arrest van 15 april 2014, waarin de raadsheren mr. Mink, mr. Lückers en mr. Van Kempen uitspraak hadden gedaan. Verzoeker stelde dat hij en zijn advocaat slechts op de hoogte waren gesteld van de naam van één rechter, mr. J.A. van Kempen, en dat de namen van de andere twee rechters geheim waren gehouden. Dit leidde tot twijfels over de onpartijdigheid en deskundigheid van de rechters die eerder betrokken waren bij de zaak, met name mr. Mink en mr. Lückers, die ook betrokken waren bij de terugplaatsing van verzoekers zoon.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek tot wraking is ingediend nadat de rechters uitspraak hadden gedaan, en dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid om een rechter te wraken na een uitspraak. Daarom werd het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De wrakingskamer heeft op basis van artikel 11 lid 1 van het wrakingsprotocol van het Gerechtshof Amsterdam en het Gerechtshof Den Haag besloten dat er geen mondelinge behandeling van het verzoek zou plaatsvinden. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 16 december 2014.