Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
54558.2
19.231
3.Geschil in hoger beroep
4.Relevante wettelijke bepaling
5.Beoordeling van het geschil
(Hof: bedoeld zal zijn ‘voorwaardelijke opzet’)aanwezig omdat hij door na te laten een voldoende inzichtelijke administratie te voeren het risico op de koop toe heeft genomen dat deze niet kon dienen tot het vereiste bewijs om aannemelijk te maken dat de auto voor tenminste 90 procent is gebruikt voor het verrichten van taxivervoer. Hierbij acht de rechtbank van belang dat eiser niet heeft weersproken dat hij in 2009 een brief met de titel “Handreiking fiscale verplichtingen taxiondernemingen juni 2009” met een model-rittenstaat heeft ontvangen. Uit deze brief blijkt duidelijk aan welke eisen de rittenstaat moet voldoen. De rechtbank acht de opgelegde boete van 50 procent onder de gegeven omstandigheden passend en geboden.”