ECLI:NL:GHAMS:2014:476

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
18 februari 2014
Publicatiedatum
21 februari 2014
Zaaknummer
200.071.956/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huur bedrijfsruimte en ontruiming na beëindiging huurovereenkomst

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om een hoger beroep inzake de huur van een bedrijfsruimte door de Stichting IJscomplex Jaap Eden. De Stichting had in een eerder stadium een huurovereenkomst met de besloten vennootschap Paviljoen De Skeeve Skaes B.V. De zaak kwam voor het hof na een tussentijds cassatieberoep en een eerdere tussenuitspraak. Het hof had op 22 oktober 2013 al een tweede tussenarrest gewezen en de Stichting had aangegeven geen gebruik te maken van de mogelijkheid om het hoger beroep in te trekken.

In het laatste tussenarrest werd overwogen dat, indien het hoger beroep zou worden gehandhaafd, de huurovereenkomst per 1 mei 2014 zou eindigen en dat de geïntimeerden zouden worden veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde. Tevens werd een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten vastgesteld op € 78.279,00. Aangezien de Stichting geen gebruik maakte van de mogelijkheid om het hoger beroep in te trekken, besloot het hof om de eerder gemaakte overwegingen te bevestigen.

Het hof vernietigde het bestreden eindvonnis en stelde de datum van beëindiging van de huurovereenkomst vast op 1 mei 2014. De geïntimeerden werden veroordeeld om het gehuurde, een restaurant gelegen aan de Radioweg 64 te Amsterdam, leeg en ontruimd ter beschikking te stellen aan de Stichting. Het hof machtigde de Stichting om, indien de geïntimeerden niet aan de ontruimingsverplichting voldeden, zelf de tenuitvoerlegging te bewerkstelligen. De kosten van het geding werden toegewezen aan de Stichting, die in beide instanties als in het ongelijk gestelde partij werd aangemerkt.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team II
zaaknummer : 200.071.956/01
zaak/rolnummer rechtbank Amsterdam : 974133 CV EXPL 08-23858
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 18 februari 2014
(bij vervroeging)
inzake
de stichting
STICHTING IJSCOMPLEX JAAP EDEN,
gevestigd te Amsterdam,
appellante,
advocaat: mr. F.J. Majoor te Diemen,
t e g e n

1.[geïntimeerde sub 1]

wonend te [woonplaats],
2.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PAVILJOEN DE SKEEVE SKAES B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
geïntimeerden,
advocaat: mr. W.L. van Baren te Amsterdam.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna de Stichting en [geïntimeerden] genoemd, geïntimeerde sub 2 afzonderlijk wordt De Skeeve Skaes genoemd.
Het hof heeft in deze zaak op 22 oktober 2013 een tweede tussenarrest gewezen. Voor het verloop van het geding in hoger beroep tot die datum wordt naar dat arrest verwezen.
Ter rolle van 19 november 2013 heeft de Stichting te kennen gegeven geen gebruik te maken van de bevoegdheid haar hoger beroep in te trekken.
Vervolgens is weer arrest gevraagd.

2.Verdere beoordeling van het hoger beroep

2.1
In het laatste tussenarrest heeft het hof overwogen dat, als het hoger beroep wordt gehandhaafd, de huurovereenkomst van partijen zal worden beëindigd per 1 mei 2014, [geïntimeerden] zullen worden veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde voor die datum en de Stichting een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten van De Skeeve Skaes moet betalen van € 78.279,00. De Stichting is in de gelegenheid gesteld desgewenst het hoger beroep op de voet van het bepaalde in artikel 7:297 lid 2 BW in te trekken. Het hof heeft in het vooruitzicht gesteld dat het eindarrest uitvoerbaar bij voorraad zal worden verklaard.
2.2
Nu de Stichting geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid het hoger beroep in te trekken, zal het hof thans beslissen zoals hiervoor vermeld.
2.3
Het bestreden eindvonnis kan niet in stand blijven en wordt derhalve vernietigd. Voor vernietiging van het tussenvonnis bestaat geen grond.
2.4
Als de in het ongelijk gestelde partij dienen [geïntimeerden] de kosten van het geding in beide instanties te dragen.

3.Beslissing

Het hof:
bekrachtigt het bestreden vonnis van 17 juli 2009;
vernietigt het bestreden vonnis van 7 mei 2010;
opnieuw rechtdoende:
stelt de datum van het einde van de huurovereenkomst van partijen vast op 1 mei 2014;
veroordeelt [geïntimeerden] het gehuurde, het restaurant gelegen op het terrein van de Stichting aan de Radioweg 64 te Amsterdam, leeg en ontruimd van alle daarin van hunnentwege aanwezige personen en/of goederen onder afgifte van alle sleutels uiterlijk op 1 mei 2014 ter vrije beschikking van de Stichting te stellen;
machtigt de Stichting om, als [geïntimeerden] mochten nalaten aan de veroordeling tot ontruiming te voldoen, de tenuitvoerlegging daarvan zelf met inachtneming van de artikelen 555 en volgende Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering te bewerkstelligen, zo nodig met behulp van de sterke arm;
stelt het bedrag van de door de Stichting aan De Skeeve Skaes te betalen tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten vast op € 78.279,00;
veroordeelt [geïntimeerden] in de kosten van het geding in beide instanties en begroot die kosten tot heden aan de zijde van de Stichting in eerste aanleg op € 373,44 aan verschotten en € 3.200,= voor salaris gemachtigde en in hoger beroep op € 336,89 aan verschotten en € 2.682,= voor salaris advocaat;
verklaart voormelde veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mrs. R.H. de Bock, J.C.W. Rang, en E.J. Rotshuizen en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 18 februari 2014.