Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
- verklaart het beroep inzake de naheffingsaanslag onder nummer [aanslagnummer] gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar inzake de naheffingsaanslag onder nummer [aanslagnummer];
- vernietigt de naheffingsaanslag onder nummer [aanslagnummer].
- verklaart de beroepen inzake de naheffingsaanslagen onder nummer [aanslagnummer] en [aanslagnummer] ongegrond;
- gelast dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht ad € 44 vergoedt.
2.Feiten
Ingangsdatum/-tijd
Verlenging Via
U dient uw parkeervergunning eerst te activeren door bijgaande factuur te betalen.
Op uw (digitale) bankafschrift kunt u zien wanneer u het bedrag betaald heeft.U kunt ervan uitgaan dat 5 werkdagen later uw parkeervergunning door ons is geactiveerd.”
Uw vergunning wordt geactiveerd nadat wij uw betaling verwerkt hebben. U dient te betalen binnen 14 dagen. U kunt er vanuit gaan dat uw betaling 3 werkdagen na
de betaaldatum op uw (digitale) bankafschriftdoor ons is verwerkt, waarna u met uw parkeervergunning kunt parkeren.”
binnen een werkdag geactiveerd:
geactiveerd.
geldige vergunning op het moment dat de aanvraagprocedure is afgerond en de betaling door Cition is ontvangen en verwerkt. Dit is in vaste rechtspraak bevestigd. In de factuur wordt duidelijk vermeld dat een betaling drie werkdagen na de betaaldatum op uw bankafschrift door Cition is verwerkt.”
3.Het oordeel van de rechtbank
4.Geschil in hoger beroep
5.Beoordeling van het geschil
tenzij de vergunning elektronisch is verleend; […] .
onder voorwaardeverstrekte vergunning en dat zolang de voorwaarde niet vervuld was, er geen sprake was van een verleende vergunning, verwerpt het Hof dit standpunt. De voorwaarde waar de heffingsambtenaar klaarblijkelijk op doelt zou dan moeten zijn ‘het activeren van de vergunning’. Maar noch in Hoofdstuk 3, Paragraaf 1 (met als aanhef ‘Algemene bepalingen inzake de vergunningen) van de Parkeerverordening, noch elders in de verordening’, wordt de
voorwaardelijkeverlening van een vergunning mogelijk gemaakt. Derhalve concludeert het Hof dat belanghebbende
ópen met ingang
ván27 december 2012 onvoorwaardelijk een vergunning is verleend.
Onverminderd het bovenstaande heeft ook hier te gelden hetgeen het Hof onder ‘De boekhoudvoorwaarde’ overweegt (zie 5.23 e.v.).
- door de daarvoor verschuldigde belasting (op aangifte) te voldoen (zie artikel 6 Verordening Parkeerbelastingen); hierna de betalingsvoorwaarde, en
- door vervolgens te wachten totdat Cition de betaalde belasting boekhoudkundig heeft verwerkt (hierna de boekhoud-voorwaarde); met dien verstande
in de activeringsfaseopgelegde naheffingsaanslagen parkeerbelastingen niet te hoeven te vernietigen. Dit wordt bevestigd door het feit dat bij contante betaling (zie rechtsoverweging 5.13, slotzin) de boekhoud-voorwaarde niet geldt, dan wel per direct was vervuld. Kennelijk kon Cition de betaling dan direct boekhoudkundig verwerken. Tot slot acht het Hof van belang dat activeren in de regel een handeling is die een belanghebbende
zelf persoonlijkmoet verrichten om er voor te zorgen dat een bankpas, een openbaarvervoerkaart, een telefoonkaart of iets dergelijks werkt. In casu bestaat het activeren uit iets anders, te weten het wachten door een belanghebbende totdat Cition een administratieve handeling heeft verricht. Ook daaruit leidt het Hof af dat de boekhoud-voorwaarde niet past in het Amsterdamse parkeervergunningstelsel.
doorbijgaande factuur te
betalen’(cursivering Hof), hetgeen ook in de lijn ligt met wat normaliter onder activeren wordt verstaan (zie 5.26). Gelet op rechtsoverweging 5.22, waarin overwogen wordt dat belanghebbende ervan uit mocht gaan dat de verschuldigde B-belasting op 3 januari 2013 was voldaan, is het Hof van oordeel dat Cition bij belanghebbende het gerechtvaardigde vertrouwen heeft gewekt dat hij met ingang van 3 januari 2013 aan de boekhoud-voorwaarde voldeed.
6.Kosten
7.Beslissing
- verklaart belanghebbende niet ontvankelijk, voor zover het hoger beroep betrekking heeft op de op 27 december 2012 opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting;
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank, voor zover die betrekking heeft op de op 4 en 7 januari 2013 opgelegde naheffingsaanslagen;
- verklaart de tegen die naheffingsaanslagen gerichte beroepen gegrond;
- vernietigt de desbetreffende uitspraken op bezwaar;
- vernietigt de op 4 en 7 januari 2013 opgelegde naheffingsaanslagen, en
- gelast de inspecteur aan belanghebbende het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 118 te vergoeden.