ECLI:NL:GHAMS:2014:4439
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake vernietigingsverklaring leaseovereenkomsten door Dexia Nederland B.V.
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een hoger beroep van Dexia Nederland B.V. tegen een eerdere uitspraak. Het hof had op 2 september 2014 een tussenarrest gewezen, waarin Dexia de gelegenheid kreeg om te reageren op een door de geïntimeerde overgelegde ontvangstbevestiging van een vernietigingsbrief, verzonden op 10 mei 2005. De brief was aangetekend verzonden door de advocaat van de geïntimeerde. Dexia stelde dat zij geen registratie van deze brief in haar administratie kon vinden.
Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de vernietigingsverklaring door Dexia op 11 mei 2005 is ontvangen, op basis van het overgelegde ontvangstbewijs. Dit leidde tot de conclusie dat de kantonrechter terecht deze datum als de datum van vernietiging van de leaseovereenkomsten heeft beschouwd. De grieven van Dexia, waaronder grief I en III, zijn door het hof verworpen. Het hof oordeelde dat Dexia in verzuim was geraakt vanaf 25 mei 2005, waardoor de gevorderde wettelijke rente toewijsbaar was.
De slotsom van het hof was dat het hoger beroep van Dexia geen succes had. Het hof bekrachtigde het vonnis waarvan beroep en veroordeelde Dexia in de kosten van het geding in principaal hoger beroep, die aan de zijde van de geïntimeerde waren begroot op een totaalbedrag van € 1.776,00, inclusief verschotten en salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 28 oktober 2014.