3.1.Bij het Hof is in geschil:
1. Beschikt de inspecteur over een zogenaamd nieuw feit?
Het Hof begrijpt het standpunt van belanghebbende aldus dat indien geen sprake is van een nieuw feit (zodat niet voldaan is aan de voorwaarden voor het herzien van de verliesvaststellingsbeschikking ), hij zich op het standpunt stelt dat deze beschikking moet worden vernietigd.
Indien sprake is van een nieuw feit is in geschil:
2. Heeft de inspecteur het verlies uit werk en woning bij de verliesherzienings- beschikking van 19 december 2008 terecht op nihil vastgesteld?
Dit geschilpunt spitst zich in hoger beroep toe op de volgende vragen:
A. Heeft belanghebbende recht op een bedrag van € 2.582 aan zakelijke telefoonkosten (hetgeen belanghebbende in hoger beroep verdedigt), dan wel op niet meer dan € 1.582 (zoals de inspecteur stelt)?
Heeft belanghebbende recht op een meewerkaftrek, als bedoeld in artikel 3.78, eerste lid, van de Wet IB, tot een bedrag van 3% van de winst, zoals belanghebbende in hoger beroep stelt, dan wel tot een bedrag van € 227, zoals de rechtbank berekent (en waarmee de inspecteur in hoger beroep akkoord is)?
3.2.1.Met betrekking tot de inhoudelijke (onder 3.1.2 letters A en B weergeven) geschilpunten nemen partijen de volgende standpunten in:
Standpunt
Belanghebbende
Standpunt
Inspecteur
1. Winst uit onderneming
+ 12.723
+ 12.723
2. Bij: niet aftrekbare kosten
+ 29
+ 29
3. Af: bijtelling investeringsregelingen
-/- 4.816
-/- 4.816
4. Bij: minder telefoonkosten
+ 1.000
+ 2.000
5. Bij: minder autokosten
+ 567
+ 567
Totaal
9.503
10.503
6. Af: zelfstandigenaftrek
-/- 6.585
-/- 6.585
7. Af: meewerkaftrek
-/- 285*
227
Belastbare winst
+ 2.633
3.691
8. Af: premies voor inkomensvoorzieningen
-/- 3.234
-/- 3.234
Verzamelinkomen in beschikking
-/- 601
0**
* 285 = 3% x 9.503;
** telling leidt tot positief inkomen van € 457; doch een verliesvaststellingsbeschikking wordt op (ten hoogste) nihil gesteld.
In bovenstaand overzicht zijn de posten onder de nummers 1 tot en met 3, alsmede 6 en 8, conform het digitale bericht (zie hiervoor onder 2.5); post 5 en 7 zijn conform belanghebbendes in (hoger) beroep ingenomen standpunt.
3.2.2.Het voorgaande betekent dat indien het Hof met betrekking tot het geschilpunt onder 3.1.2 letter A (de zakelijkheid van de telefoonkosten) tot het oordeel komt dat het standpunt van de inspecteur juist is (hetgeen ertoe leidt dat het door belanghebbende verdedigde inkomen van negatief € 601 met € 1.000 moet worden verhoogd, zodat alsdan de verliesherzieningsbeschikking niet ten onrechte op nihil is vastgesteld), het geschilpunt onder 3.1.2 letter B (het recht op meewerkaftrek) niet meer behoeft te worden behandeld.
3.2.3.Van belang is voorts dat de inspecteur zich nadrukkelijk op het standpunt gesteld heeft dat niet voldaan is aan de voorwaarden voor omkering en verzwaring van de bewijslast (als bedoeld in artikel 27e van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (hierna: AWR)).