Uitspraak
GEMEENTE WIJDEMEREN,
1.[geïntimeerde sub 1],
[geïntimeerde sub 2],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft de Gemeente Wijdemeren hoger beroep ingesteld tegen eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam, waarin werd geoordeeld dat de geïntimeerden door verjaring eigenaar zijn geworden van een strook grond. De Gemeente Wijdemeren, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.E.A.J. Kuipers, heeft op 17 maart 2014 hoger beroep ingesteld tegen de vonnissen van 1 mei 2013 en 18 december 2013. Tijdens de rolzitting op 24 juni 2014 werd verstek verleend tegen de geïntimeerden, die niet verschenen. De Gemeente Wijdemeren heeft op 22 juli 2014 een akte ingediend over de ontvankelijkheid in hoger beroep, waarop de geïntimeerden niet hebben gereageerd.
De rechtbank had in het vonnis van 18 december 2013 geoordeeld dat de geïntimeerden door verjaring eigenaar zijn geworden van de grond en dat de Gemeente Wijdemeren moest meewerken aan de inschrijving van de nieuwe eigendomsverhoudingen bij het kadaster. Het hof heeft in zijn arrest van 16 september 2014 geoordeeld dat het hoger beroep ontvankelijk is, ondanks dat het niet was ingeschreven in het register zoals vereist door artikel 3:301 lid 2 BW. Het hof heeft vastgesteld dat de uitspraak van de rechtbank niet in de plaats treedt van een leveringsakte, maar dat het enkel gaat om de vaststelling van eigendom door verjaring.
Het hof heeft de zaak verwezen naar de rol van 28 oktober 2014 voor het nemen van een memorie van grieven door de Gemeente Wijdemeren. Daarnaast is er een verzoek gedaan om de griffierechten te verlagen, waarover het hof later zal beslissen. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar door de rolraadsheer op 16 september 2014.