Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde sub 1],
[geïntimeerde sub 2],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 9 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellant was eerder in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, maar werd bij arrest van 1 juli 2014 niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van grieven. In het onderhavige tweede hoger beroep heeft de appellant opnieuw geprobeerd het vonnis aan te vechten. De geïntimeerden hebben echter aangevoerd dat de appellant niet kan worden ontvangen in dit tweede hoger beroep, omdat het systeem van de wet zich verzet tegen het opnieuw appelleren tegen een vonnis waarop al bij eindarrest is beslist. Het hof heeft vastgesteld dat de eerdere procedure betrekking had op hetzelfde vonnis en dat er al een definitieve beslissing was genomen. Hierdoor kon de appellant niet opnieuw in hoger beroep komen, ongeacht het feit dat de eerdere procedure niet tot een inhoudelijke beoordeling had geleid. Het hof heeft geconcludeerd dat de appellant niet kan worden ontvangen in zijn hoger beroep en heeft hem veroordeeld in de kosten van de procedure.