ECLI:NL:GHAMS:2014:3704
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.M.M. Tillema
- G.B.C.M. van der Reep
- J.W.M. Tromp
- Rechtspraak.nl
Kredietverstrekking en zorgplicht van de bank in geval van overcreditering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, waarin zij de bank, Intermediaire Voorschotbank B.V., beschuldigen van onrechtmatige daad door het verstrekken van een krediet van €50.000,- in 2008. Appellanten stellen dat dit krediet hen overcrediteerd heeft en dat de bank haar zorgplicht heeft geschonden door onvoldoende informatie in te winnen over hun financiële situatie. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de bank aan haar zorgplicht had voldaan door de inkomenspositie en verplichtingen van appellanten te toetsen aan de geldende normen ter voorkoming van overcreditering. Appellanten hebben in hoger beroep hun grieven ingediend, waarin zij aanvoeren dat de bank de VFN-gedragscode 2008 heeft genegeerd en dat er sprake was van een forse overkreditering. Het hof heeft de feiten die door de rechtbank zijn vastgesteld als uitgangspunt genomen en geconcludeerd dat de bank niet tekort is geschoten in haar zorgplicht. Het hof oordeelt dat appellanten niet hebben aangetoond dat de bank op de hoogte had moeten zijn van andere kredieten die zij hadden afgesloten. De grieven van appellanten worden verworpen, en het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank. Appellanten worden veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.