Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
op grond van de verstrekte zekerheden en de in ieder geval op de dag der dagvaarding (22 juli 2010) bekende inschrijvingen op de woning aan de [adres], niet gerechtigd was tot incasso van de borgstelling door de man vanwege de vordering van de bank op Asian-Assets zich te verhalen op andere bezittingen van de man dan de door haar verkregen hypotheekrechten”; (ii) dat Rabobank wordt veroordeeld tot afgifte van de gehele correspondentie tussen Rabobank en [Y] ter zake van de inning van de vorderingen van Rabobank op [X] B.V. en Asian-Assets; (iii) een dwangsom van € 5.000,00 voor elke dag of dagdeel dat Rabobank hiermee in gebreke blijft, met een maximum van € 200.000,00.