ECLI:NL:GHAMS:2014:2690
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.M.M. Tillema
- M.W.E. Koopmann
- G.H. Lankhorst
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de schuldsaneringsregeling wegens niet-naleving van de inlichtingenplicht door de schuldenaar
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de schuldsaneringsregeling van appellante, die in hoger beroep is gekomen tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had op 26 maart 2014 de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling toegewezen, omdat appellante niet had voldaan aan haar inlichtingenplicht. Appellante had nagelaten de bewindvoerder tijdig te informeren over haar partner, die op haar adres stond ingeschreven, en zijn loongegevens. Dit leidde tot een geschatte boedelachterstand van € 13.686,23. Appellante betwistte dat er sprake was van een gemeenschappelijke huishouding en voerde aan dat zij niet had beseft dat de inschrijving van haar partner op haar adres gevolgen zou hebben voor haar schuldsanering.
Het hof heeft de zaak op 20 mei 2014 behandeld, waarbij appellante werd bijgestaan door haar advocaat. Het hof heeft kennisgenomen van het verzoekschrift, het dossier van de rechtbank en het verslag van de bewindvoerder. In zijn beoordeling benadrukt het hof dat op de schuldenaar vergaande verplichtingen rusten, zoals het verstrekken van relevante informatie voor de uitvoering van de schuldsaneringsregeling. Het hof oordeelt dat appellante essentiële informatie heeft achtergehouden, waardoor de bewindvoerder zijn controlerende taak niet kon uitoefenen. De tekortkoming van appellante is niet gering genoeg om de beëindiging van de schuldsanering ongerechtvaardigd te maken.
Het hof bekrachtigt daarom het vonnis van de rechtbank en stelt vast dat appellante geen haalbaar voorstel heeft gedaan voor de aflossing van de schuld. Het hof acht het bovendien onwaarschijnlijk dat appellante het fiscaal partnerschap met terugwerkende kracht kan ongedaan maken. De beslissing van het hof is op 27 mei 2014 openbaar uitgesproken, en appellante kan binnen acht dagen na de uitspraak beroep in cassatie instellen.