Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
- acht heeft geslagen op de door de advocaat-generaal op de zitting van 22 november 2013 gevorderde en door het hof toegewezen vordering wijziging tenlastelegging waarbij aan feit 6 een subsidiair feit is toegevoegd;
- nietoverneemt de overweging van de rechtbank onder het kopje “
4.4 Het oordeel van de Rechtbank”: “
Medeplegen? Ter terechtzitting heeft de verdachte…” (pagina 5) tot en met “
van de poging tot doodslag” (pagina 7); - voor“
4.4 Het oordeel van de Rechtbank” leest: “
4.4 Het oordeel”; - acht heeft geslagen op de justitiële documentatie van de verdachte van 5 maart 2014 en rekening heeft gehouden met het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht;
- nog de volgende bewijsmiddelen toevoegt op pagina 5 van dit vonnis na het zesde liggende streepje, en
- de verweren in hoger beroep bespreekt.
Bewijsmiddelen
proces-verbaal van bevindingenmet nummer 2011125368-39 van 18 mei 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1], doorgenummerde bladzijden 23 tot en met 25.
hoger beroep: verdachte). Ik zag een tweede persoon (NN2), gekleed in een donkerkleurige broek, een donkergekleurde gewatteerde jas en zwarte schoenen aan komen lopen. Ik zag dat NN2 de capuchon over zijn hoofd had getrokken, en dat hij onder de capuchon een grijs kleurig mutsje droeg dat zijn voorhoofd bedekte. Omstreeks 10:48 uur zag ik NN1 en NN2 naar buiten lopen. NN1 kwam als eerste naar buiten en ging op de motorscooter zitten en startte de motor. NN2 kwam ook naar buiten en had in zijn rechterhand een vuurwapen. Ik zag dat NN2 dit vuurwapen richtte op enkele mannen die nog in de Shoperade stonden en kennelijk achter NN2 aanliepen. Ik zag dat het vuurwapen dat NN2 richtte op de mannen in de Shoperade, sterke gelijkenis vertoonde met een vuurwapen van het merk Walther, type P38. Ik zag dat NN1 wegreed. Ik zag dat NN2 wegrende in dezelfde richting als NN1 en dat NN2 nog steeds het vuurwapen in zijn hand hield. Ik zag dat drie mannelijke personen achter NN1 en NN2 aanrenden, kennelijk omdat zij hen wilden aanhouden. Ik zag op dat moment ook dat een geüniformeerde collega, [verbalisant 2], NN1 vastgreep. Ik heb vervolgens NN1 samen met [verbalisant 2] onder controle gebracht en aangehouden. Ik zag dat naast NN1 een grijs kleurig vuurwapen op de grond lag. Tijdens het onder controle brengen van NN1 zag ik dat NN2 op enkele meters van ons bleef staan en in onze richting keek. Ik zag dat hij in zijn rechterhand nog steeds het vuurwapen vasthield en dit meerdere malen op mij en [verbalisant 2] richtte. Ik zag dat hij afwisselend met het wapen naar ons en naar omstanders richtte. Toen ik weer naar NN1 keek en probeerde zijn handen op zijn rug te brengen hoorde ik een schot.
aangever [verbalisant 2], zakelijk weergegeven:
aangever [slachtoffer 1], zakelijk weergegeven:
aangever [getuige], zakelijk weergegeven:
hoger beroep: medeverdachte). vast en richtte dit op de mensen die er omheen stonden. Ik zag dat NN1 het wapen op mij en [slachtoffer 1] richtte. Ik zag dat de andere overvaller bezig was met het vullen van een tas met sieraden. Buiten sprong ik op NN2, de persoon op de scooter. Ik zag dat [slachtoffer 1] bezig was met NN1. Toen ik NN2 van de scooter trok, hoorde ik schoten. Ik heb twee schoten gehoord.
aangever [slachtoffer 2], zakelijk weergegeven: