Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 8 maart 2010 tot en met 9 maart 2010 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer en/of te Amsterdam en/of te Birkenau, in elk geval in Nederland en/of Duitsland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft/hebben gebracht ongeveer 713.08 gram, althans een handelshoeveelheid, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk - met een of meer leverancier(s) en/of tussenleverancier(s) (telefonische) contacten gelegd en/of laten leggen en/of onderhouden en/of - gesproken over en/of afspraken gemaakt over een hoeveelheid van ongeveer 600 a 700 en/of over een mix (samenstelling van een verdovend middel) en/of over de ontmoetingsplaats en/of het ontmoetingstijdstip en/of - elkaar op het adres [woonadres getuige] ontmoet en/of zich begeven van Hoofddorp naar Amsterdam en/of - een bestelling (van een verdovend middel) geplaatst en/of afgehaald bij een leverancier te Amsterdam en/of dit verdovend middel vervoerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; art. 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht;
hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 8 maart 2010 tot en met 9 maart 2010 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer en/of te Amsterdam en/of te Birkenau, in elk geval in Nederland en/of Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of buiten het grondgebied van Nederland naar Duitsland brengen, althans het brengen buiten het grondgebied van Nederland, van (ongeveer) 713.08 gram, in elk geval (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen, - een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of - zich en/of (een) ander(en) gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen, en/of - voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte wist en/of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van die/dat feit(en), immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s), - met een of meer leverancier(s) en/of tussenleverancier(s) (telefonische) contacten gelegd en/of laten leggen en/of onderhouden en/of - gesproken over en/of afspraken gemaakt over een hoeveelheid van ongeveer 600 a 700 en/of over een mix (samenstelling van een verdovend middel) en/of over de ontmoetingsplaats en/of het ontmoetingstijdstip en/of - elkaar op het adres [woonadres getuige] ontmoet en/of zich begeven van Hoofddorp naar Amsterdam en/of - een bestelling (voor een verdovend middel) geplaatst en/of afgehaald bij een leverancier te Amsterdam en/of dit verdovend middel vervoerd; art 10a lid 1 ahf/sub 2 Opiumwet art 10a lid 1 ahf/sub 3 Opiumwet
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging
- over een mix wordt gesproken. De verklaring van de
- [getuige] in het tapgesprek zegt ‘snel te moeten werken’;
- de verklaringen van [getuige] ter terechtzitting van 26 augustus 2010 en bij de raadsheer-commissaris van 24 september 2013 onderlinge tegenstrijdigheden vertonen ten aanzien van het al dan niet uitlenen van geld aan de verdachte en ten aanzien van het feit dat de verdachte [getuige] al eerder zou hebben gebeld met de vraag hem geld te lenen. Zo heeft [getuige] op 26 augustus 2010 verklaard dat verdachte hem die dag belde omdat hij 1.000 euro wilde lenen en vervolgens zei dat hij 600 à 700 euro wilde lenen terwijl hij op 24 september 2013 heeft verklaard dat verdachte al een dag eerder had gebeld om geld te lenen en heeft hij alleen het bedrag van 600 à 700 euro genoemd. Ten aanzien van het standpunt dat verdachte al eerder gebeld had om geld te lenen heeft het hof uit de stukken van het dossier niet kunnen afleiden dat een dergelijk telefoongesprek is gevoerd. Voorts heeft [getuige] op 26 augustus 2010 verklaard dat met mix bedoeld werd dat verdachte verschillende briefjes wilde hebben terwijl hij op 24 september 2013 heeft verklaard dat hij niet weet waar “en mix”op slat en dat het misschien een verspreking is.
Bewezenverklaring
hij in de periode van 8 maart 2010 tot en met 9 maart 2010 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, te Amsterdam en te Birkenau, in elk geval in Nederland en Duitsland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland te brengen een handelshoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
primairbewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
4 (vier) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
teruggaveaan verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: