Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Moscow City CourtKompas verlof verleend voor de tenuitvoerlegging van het arbitraal vonnis en het verzoek van NRSL tot vernietiging van het arbitraal vonnis afgewezen.
Supreme Court of the Russian Federationhet door NRSL ingestelde hoger beroep tegen het verlof tot tenuitvoerlegging afgewezen en de beslissing van het
Moscow City Courtbekrachtigd.
Moscow City Courtverzocht het door haar op 20 juni 2002 verleende verlof tot tenuitvoerlegging te vernietigen, omdat Kompas een in de arbitrageprocedure ingediend bewijsstuk ter onderbouwing van haar schadeclaim zou hebben vervalst. Op 14 april 2003 heeft het
Moscow City Courtdit verzoek gehonoreerd en partijen verwezen naar het
Arbitrazh (Commercial) Court of the City of Moscow(het
Arbitration Courtte Moskou).
Arbitration Courtte Moskou heeft op 16 januari 2004 het vonnis van het
Moscow City Courtweer vernietigd en het verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging van het arbitraal vonnis (alsnog) toegewezen en het verzoek tot vernietiging van het arbitraal vonnis afgewezen.
Federal Arbitrazh (Commercial) Courtte Moskou het vonnis van het
Arbitration Courtbekrachtigd.
High Arbitrazh (Commercial) Court of the Russian Federation(het
HAC) het verlof tot tenuitvoerlegging (gedeeltelijk) vernietigd op grond van mogelijke strijd met de openbare orde en het verzoek tot tenuitvoerlegging teruggewezen naar het
Arbitration Courtte Moskou. Het
Arbitration Courtkreeg de opdracht het verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging opnieuw te beoordelen.
Arbitration Courtte Moskou van 15 december 2004 is bevestigd dat Kompas het verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging heeft ingetrokken.
3.Beoordeling
grief Vdat in de gegeven omstandigheden toepassing van artikel 1076 Rv in strijd is met het Verdrag van New York.
grief Iheeft NRSL zich op het standpunt gesteld dat het procesverloop van de eerste aanleg onjuist in de bestreden beschikking is weergegeven, omdat Kompas productie 8 (de tweede met dat nummer) tot en met 21 niet bij haar inleidend verzoekschrift, maar pas bij de schriftelijke reactie op het verweer van NRSL heeft ingediend, waardoor NRSL niet (voldoende) op genoemde producties heeft kunnen reageren. NRSL heeft echter, zowel bij nader verweer in eerste aanleg als in hoger beroep gelegenheid gehad op genoemde producties te reageren, zodat grief I bij gebrek aan belang faalt.
grief IIheeft NRSL aangevoerd dat de voorzieningenrechter ten onrechte essentiële (feitelijke) stellingen van NRSL onbesproken heeft gelaten. Nu NRSL haar stellingen in het onderhavige hoger beroep (alsnog) naar voren heeft kunnen brengen, heeft zij onvoldoende belang bij grief II, zodat deze eveneens faalt.
grief X) is dat Kompas haar vordering in de derde arbitrale procedure heeft gebaseerd op een vervalst stuk (de charterovereenkomst), dat Kompas daarmee het scheidsgerecht valselijk heeft voorgelicht en dat tenuitvoerlegging van het arbitraal vonnis om die reden strijdig is met de openbare orde. In
grief IXheeft NRSL aangevoerd dat het scheidsgerecht de charterovereenkomst ten onrechte niet op echtheid heeft onderzocht.
HAC, heeft geoordeeld dat mogelijk sprake is geweest van misbruik van procesrecht door Kompas en dat, zonder nader onderzoek door een feitenrechter, tenuitvoerlegging in strijd is met de Russische openbare orde. Kompas heeft vervolgens haar verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging ingetrokken om het debat over de vervalsing uit de weg te gaan. In de Russische Federatie loopt nog een strafrechtelijk onderzoek naar [X] in verband met de vervalsing van documenten, maar dit onderzoek ligt stil, omdat [X] het land is ontvlucht voordat een inhoudelijke behandeling kon plaatsvinden en een behandeling van zijn strafzaak niet zonder aanwezigheid van [X] kan plaatsvinden, nu veroordelingen bij verstek in de Russische Federatie niet mogelijk zijn.
company registervan Delaware (VS) en daarnaast heeft Kompas reeds in eerste aanleg correspondentie tussen Kompas en Amador over de (uitvoering van de) charterovereenkomst overgelegd alsmede een verklaring van [B] van 23 oktober 2003, waarin deze verklaart dat hij Kompas en Amador destijds met elkaar in contact heeft gebracht en bevestigt hoe de charterovereenkomst tussen partijen tot stand is gekomen. Het hof ziet onvoldoende reden aan de betrouwbaarheid van deze verklaring te twijfelen. Gelet op het voorgaande levert de omstandigheid dat Amador (pas) op 10 mei 2001 is opgericht op zichzelf niet een (voldoende zwaarwegende) aanwijzing op dat de charterovereenkomst een fictieve onderneming vermeldt en dat de charterovereenkomst (dus) moet zijn vervalst. Dit geldt temeer nu uit de door NRSL overgelegde brief en de nadere opinie van Rothstein blijkt dat een onderneming die gevestigd is in Delaware (VS), gebonden kan worden aan een overeenkomst die reeds vóór oprichting is gesloten indien deze na oprichting is bekrachtigd. Dat NRSL niet heeft kunnen vaststellen dat een bekrachtiging van de charterovereenkomst door Amador heeft plaatsgevonden, leidt niet tot de conclusie dat de charterovereenkomst door Kompas is vervalst. Het (nader) onderzoek van NRSL, althans de nadere opinie van Rothstein leidt evenmin tot die conclusie. Voor het verzoek tot nader onderzoek naar de identiteit van de vertegenwoordigers van Amador heeft NRSL in het licht van het gemotiveerde verweer van Kompas onvoldoende onderbouwing gegeven, zodat het hof daaraan voorbij zal gaan. Gelet op de verklaring van [X] tijdens de voortgezette mondelinge behandeling van het hoger beroep is voorts voldoende aannemelijk geworden dat de reden waarom Kompas haar vordering uit hoofde van de charterovereenkomst niet in de eerdere twee procedures aan de orde heeft gesteld, verband hield met haar pogingen tot een minnelijke regeling met NRSL te komen, zodat ook die omstandigheid niet kan leiden tot voldoende twijfel over de echtheid van de charterovereenkomst. Dat Kompas de procedure voor het
HACom hem moverende redenen niet heeft voortgezet, is onvoldoende om aan te nemen dat Kompas de discussie over de echtheid van de charterovereenkomst uit de weg heeft willen gaan, laat staan dat daarmee voldoende aannemelijk is geworden dat de charterovereenkomst is vervalst. Dat NRSL tweemaal niet ter zitting van het scheidsgerecht in de derde arbitrale procedure is verschenen en geen inhoudelijk verweer heeft gevoerd tegen de vordering van Kompas, omdat zij ervan uitging dat het scheidsgerecht zich onbevoegd zou verklaren of NRSL nog in de gelegenheid zou stellen inhoudelijk verweer te voeren, dient voor rekening van NRSL te blijven. Voor zover het scheidsgerecht de echtheid van de charterovereenkomst niet heeft onderzocht dient ook die omstandigheid, in het licht van het vorenstaande, voor rekening van NRSL te blijven, nu zij van de mogelijkheid daartegen bezwaar te maken bij het scheidsgerecht, geen gebruik heeft gemaakt.
grief IIIaangevoerd dat de voorzieningenrechter haar ten onrechte geen inzage heeft gegeven in het door Kompas overgelegde origineel van het arbitraal vonnis, waardoor zij dit stuk niet op echtheid heeft kunnen controleren. Reeds omdat niet is gebleken dat NRSL om inzage in het arbitraal vonnis (bij de voorzieningenrechter) heeft verzocht, kan deze grief niet slagen. Dit geldt temeer nu ook in hoger beroep niet is gebleken dat NRSL tijdig om inzage in de door Kompas aan de voorzieningenrechter verstrekte (originele) stukken heeft verzocht.
nieuwdocument, doet aan het voorgaande niet af, nu niet is gebleken dat op grond van het arbitraal beding van een nieuw document sprake had moeten zijn. De
grieven VI en VIIfalen.
grief VIIIslechts aangevoerd dat, indien het hof zal oordelen dat een geldige arbitrageovereenkomst ontbreekt en/of de arbiters zich niet aan de opdracht hebben gehouden, de regels van het scheidsgerecht niet van toepassing waren. Nu het hof niet tot dat oordeel komt, faalt ook grief VIII.
grief XI, onder verwijzing naar een legal opinion van Russisch rechtsgeleerde dr. [C], aangevoerd dat de weigering van een Russische rechter om het arbitraal vonnis ten uitvoer te leggen naar Russisch recht hetzelfde effect heeft als een vernietiging van het arbitraal vonnis en dat deze uitspraak extraterritoriale werking heeft, in die zin dat het arbitraal vonnis niet elders ter wereld ten uitvoer kan worden gelegd.
Kamerstukken II1985/86, 18 464, nr. 6, p. 41). Het
HACheeft bij vonnis van 26 oktober 2004 geoordeeld dat tenuitvoerlegging van het arbitraal vonnis in strijd zou zijn met de Russische openbare orde indien het gebaseerd zou zijn op vervalst bewijs en het scheidsgerecht daarvan niet op de hoogte was, en heeft het verzoek tot tenuitvoerlegging daarom teruggewezen naar het
Arbitration Courtte Moskou. Nu de procedure voor het Arbitration Court niet is doorgezet, is van strijd met de Russische openbare orde niet voldoende gebleken. In de onderhavige procedure is, zoals hiervoor reeds is overwogen, niet voldoende aannemelijk geworden dat het arbitraal vonnis berust op vervalste stukken. Uit het voorgaande volgt dat de omstandigheid dat het arbitraal vonnis niet in de Russische Federatie ten uitvoer kan worden gelegd, niet aan tenuitvoerlegging in Nederland in de weg staat. Grief XI faalt.
grief XIIaangevoerd dat de voorzieningenrechter ten onrechte Nederlands recht heeft toegepast bij de beantwoording van de vraag of het recht om het arbitraal vonnis ten uitvoer te leggen is verjaard. Volgens NRSL dient deze vraag naar Russisch recht te worden beantwoord, nu partijen in de koopovereenkomst voor de toepasselijkheid van Russisch recht hebben gekozen, en is de vordering tot tenuitvoerlegging op grond van Russisch recht verjaard.