ECLI:NL:GHAMS:2013:4798
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A. Bijlsma
- B.A. van Brummelen
- G.D. van Norden
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake niet-ontvankelijkheid bezwaarschriften tegen naheffingsaanslagen omzetbelasting
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de niet-ontvankelijkheid van bezwaarschriften van belanghebbende, een stichting die zich bezighoudt met het verwerven en beheren van monumentenpanden. De inspecteur van de Belastingdienst had aan belanghebbende naheffingsaanslagen in de omzetbelasting opgelegd voor de jaren 2001 tot en met 2003, met daarbij boetes en heffingsrente. Belanghebbende had op 7 oktober 2008 bezwaarschriften ingediend tegen de ambtshalve verminderingen van deze aanslagen, maar de inspecteur verklaarde deze bezwaren niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de termijn. De rechtbank bevestigde deze beslissing, waarna belanghebbende in hoger beroep ging.
Het Hof heeft de feiten en het procesverloop in detail bekeken. Belanghebbende stelde dat de ambtshalve beschikkingen van 30 augustus 2008, die onder de aanduiding 'uitspraak op bezwaar' waren verstuurd, als voor bezwaar vatbare beschikkingen moesten worden beschouwd. Het Hof oordeelde echter dat deze aanduiding het gevolg was van een systeemfout en dat er geen bezwaar mogelijk was tegen een ambtshalve vermindering. Het Hof volgde de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat belanghebbende niet had aangetoond dat zij tijdig bezwaar had gemaakt.
De uitspraak van het Hof bevestigde de beslissing van de rechtbank en verklaarde de hoger beroepen ongegrond. Het Hof oordeelde dat de inspecteur de bezwaren terecht niet-ontvankelijk had verklaard, en dat er geen termen aanwezig waren voor een kostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en belanghebbende kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad.