2.2.3.In het vonnis van de rechtbank Haarlem van 23 december 2008, nr. 15/840161-07, is het volgende opgenomen.
“3.5 Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1. en 2. tenlastegelegde feiten heeft begaan, in dier voege dat:
hij op tijdstippen in de periode van 22 november 2007 tot en met 4 maart 2008 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer en/of te Amsterdam, meermalen, tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
-omstreeks 29 november 2007, een grote hoeveelheid cocaïne (zaaksdossier B2) en
-op 12 december 2007, 4.010 gram cocaïne (zaaksdossier B3) en
-op 12 december 2007, 3.997 gram cocaïne (zaaksdossier B4) en
-op 27 januari 2008, ongeveer 1.170 gram cocaïne (zaaksdossier B10) en
-op 31 januari 2008, 780 gram cocaïne (zaaksdossier B11) en
-op 5 februari 2008, 2.975 gram cocaïne (zaaksdossier B13) en
-op 26 februari 2008, 2.383 gram cocaïne (zaaksdossier B15) en
-op 4 maart 2008, 7.989 gram cocaïne (zaaksdossier B16).
hij op tijdstippen in de periode van 22 november 2007 tot en met 4 maart in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, telkens om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen van een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en te bevorderen,
- zich en anderen gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen, en/of
- voorwerpen voorhanden heeft gehad waarvan hij, verdachte en/of zijn mededaders wisten dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit
hebbende verdachte en/of zijn mededaders, telkens daartoe
- meermalen met elkaar en/of met opdrachtgevers uit het buitenland telefonisch contact gehad en/of
- meermalen afspraken gemaakt en/of overleg gehad met elkaar over het uit vliegtuigen halen van verdovende middelen en/of
- meermalen inlichtingen ingewonnen en/of verstrekt en/of
- meermalen elkaar ontmoet en/of
- zich als werknemer van Asito of KLM of CSU, al dan niet tijdens werktijd, beschikbaar gesteld en vervolgens gehouden om meermalen verdovende middelen uit vliegtuigen op de luchthaven Schiphol te halen en/of
- foto’s voorhanden gehad van verbergplekken in vliegtuigen.”