3.1.Deze zaak betreft – zakelijk samengevat – het volgende:
a. tussen Nationale Nederlanden en [erflater] ( hierna ook: de erflater) is een levensverzekering tot stand gekomen met het polisnummer 9561563;
b. op 22 februari 2007 heeft Nationale Nederlanden uit hoofde van die levensverzekering aan de erflater een bedrag van € 23.889,43 uitgekeerd;
c. op 24 februari 2007 is de erflater overleden;
d. in de notariële verklaring van erfrecht, opgemaakt op 6 november 2007, is onder meer het volgende vermeld. De erflater heeft niet bij uiterste wil over zijn nalatenschap beschikt, zodat de wettelijke regels omtrent erfopvolging van toepassing zijn. De erflater is ongehuwd gebleven. Op zijn sterfdag had de erflater geen afstammelingen, geen broers of zusters en geen ouders meer. Uit het huwelijk van de grootouders van de erflater waren op zijn sterfdag 31 afstammelingen in leven. Eén van hen heeft de nalatenschap verworpen, vier van hen hebben het erfdeel aanvaard en 26 van hen hebben de nalatenschap aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving. De erfgenamen die de nalatenschap – zuiver dan wel beneficiair – hebben aanvaard worden hierna tezamen aangeduid als: de erfgenamen [erflater];
e. de geïntimeerden – [geïntimeerden] – hebben de nalatenschap aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving;
f. Het polisblad van de levensverzekering vermeldt:
“ Gedurende de onderstaande periode is de daarnaast vermelde uitkering op jaarbasis verzekerd, doch uitsluitend indien op de rentevervaldag aan de hiernaast vermelde voorwaarde is voldaan.”
De “onderstaande periode” is de periode vanaf 1 maart 2003 tot aan de dag van overlijden van de verzekerde. De verzekerde uitkering betreft een bedrag van € 29.750,00 op jaarbasis. De betrokken voorwaarde luidt als volgt:
“Indien en zolang de verzekerde in leven is.”
Voorts vermeldt het polisblad onder het kopje “Bijzondere bepalingen”:
“1. Een “uitkering op jaarbasis” wordt uitbetaald in jaarlijkse termijnen achteraf op de zogenaamde “rentevervaldag”, indien op die rentevervaldag aan de bovenaan de desbetreffende kolom vermelde voorwaarde is voldaan.
2. De rentevervaldag is 1 maart. De eerste rentevervaldag is 1 maart 2004.
3. De verzekering vervalt terstond bij het overlijden van de verzekerde. Na verval bestaat er geen recht op enige uitkering.”
g. Bij brief van 7 maart 2007 heeft Nationale Nederlanden de erfgenamen [erflater] het volgende bericht:
“ (…) De verzekering met polisnummer 9561563 is door dit overlijden geëindigd. Daarom zijn wij vanaf 1 maart 2006 geen uitkeringen meer verschuldigd.
Helaas hebben wij de beëindiging van de verzekering niet op tijd in onze administratie kunnen verwerken. Daardoor hebben wij € 23.889,43 overgemaakt, terwijl wij dat bedrag niet schuldig waren. (…) Wilt U zo vriendelijk zijn dit bedrag terug te storten
op onze rekening?”
h. Nationale Nederlanden heeft de erfgenamen [erflater] meermalen – ook door tussenkomst van mr. Meulmeester en een incassobureau – verzocht tot terugbetaling van het over 2007 uitgekeerde bedrag;
i. stellende onder meer dat zij bovengenoemd bedrag onverschuldigd heeft betaald en dat [geïntimeerden] opzettelijk goederen van de nalatenschap hebben onttrokken aan het verhaal van Nationale Nederlanden als schuldeiser, zoals bedoeld in artikel 4:184 lid 2 BW, als gevolg waarvan Nationale Nederlanden zich thans kan verhalen op het vermogen van [geïntimeerden], heeft Nationale Nederlanden, na vermindering van eis, in eerste aanleg gevorderd – kort samengevat – dat [geïntimeerden] hoofdelijk zullen worden veroordeeld tot betaling aan haar van bovengenoemd bedrag van € 23.889,43, vermeerderd met rente en kosten. Na het tussenvonnis van 30 mei 2012 heeft Nationale Nederlanden bij akte haar vordering uitdrukkelijk beperkt tot een totaalbedrag van € 25.000,00;
j. na tegen die vordering door [geïntimeerden] gevoerd gemotiveerd verweer heeft de kantonrechter in haar eindvonnis van 11 juli 2012 de vordering van Nationale Nederlanden afgewezen en deze in de gedingkosten veroordeeld;
k. tegen die beslissing en de gronden waarop zij berust komt Nationale Nederlanden in haar memorie van grieven op; in die memorie heeft zij tevens haar eis gewijzigd, zoals hierna zal worden vermeld.