ECLI:NL:GHAMS:2013:4558
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake opheffing van derdenbeslag en vaststellingsovereenkomst
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen een besloten vennootschap (appellante) en een vennootschap onder firma (geïntimeerde) betreffende de opheffing van een derdenbeslag. De appellante was in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Haarlem, waarin zij was veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 21.750,00 aan de geïntimeerde, die in onderaanneming werkzaamheden had verricht en daarvoor facturen had gestuurd. De appellante stelde dat er een vaststellingsovereenkomst was gesloten op 10 mei 2010, waarin partijen elkaar finale kwijting verleenden, en dat de geïntimeerde geen recht meer had op de betaling van het bedrag. De geïntimeerde had het derdenbeslag gelegd onder ABN Amro Bank, maar de deurwaarder weigerde medewerking te verlenen aan de opheffing van het beslag. Het hof oordeelde dat de stellingen van de appellante niet waren weersproken door de geïntimeerde en dat het vonnis van de rechtbank niet in stand kon blijven. Het hof heeft het beslag opgeheven en de vorderingen van de geïntimeerde afgewezen, terwijl het de geïntimeerde heeft veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep. Het arrest is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.