Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
‘verweerder
’.
binnen vier wekenna de datum van verzending van deze brief de hierboven aangekruiste informatie aan mij toe te sturen.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Haarlem. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting (mrb) en een verzuimboete die aan belanghebbende, aangeduid als [A] te [P], was opgelegd door de inspecteur van de Belastingdienst Centrale Administratie. De inspecteur had op 19 september 2011 een naheffingsaanslag van € 836 opgelegd, welke na bezwaar door de inspecteur werd gehandhaafd. De rechtbank verklaarde het beroep van belanghebbende op 20 maart 2012 niet-ontvankelijk, maar dit werd later door de rechtbank gegrond verklaard in een verzetprocedure, waarbij de kosten van verzet werden vastgesteld op € 19,40.
Belanghebbende ging in hoger beroep tegen de niet-ontvankelijkheid van zijn beroep, dat was gebaseerd op het feit dat de gronden van het beroep te laat waren ingediend. Het Hof oordeelde dat de rechtbank in redelijkheid tot de conclusie kon komen dat het beroep niet-ontvankelijk was, omdat de termijn voor het indienen van de gronden was overschreden. Het Hof benadrukte dat belanghebbende de mogelijkheid had om uitstel te vragen, maar dit niet had gedaan.
Daarnaast werd het geschil in hoger beroep ook behandeld met betrekking tot de hoogte van de kosten van verzet. Het Hof oordeelde dat belanghebbende tegen de hoogte van deze kosten beroep in cassatie had moeten instellen, en dat de zaak niet inhoudelijk kon worden beoordeeld zonder dat dit was gebeurd. Uiteindelijk bevestigde het Hof de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De uitspraak is openbaar uitgesproken en belanghebbende kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.