Uitspraak
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Hof: de inspecteur doelt met rood op de kentekens onder nummer 1, 8, 9, 12, 13, en 14)is mijns inziens sprake van ten onrechte verleend 23a-tarief of is de
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toepassing van het kwarttarief voor motorrijtuigenbelasting (MRB) voor een Land Rover Defender van belanghebbende, die niet voldeed aan de hoogte-eisen van artikel 5aa van het Uitvoeringsbesluit motorrijtuigenbelasting 1994. De inspecteur van de Belastingdienst had het verzoek van belanghebbende om het kwarttarief toe te passen afgewezen, omdat het motorrijtuig niet voldeed aan de vereisten. Belanghebbende stelde dat deze voorwaarden onverbindend waren en dat hij ongelijk werd behandeld in vergelijking met andere voertuigen die wel het kwarttarief hadden gekregen, ondanks dat zij ook niet aan de eisen voldeden. De rechtbank had eerder het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, en het Hof bevestigde deze uitspraak. Het Hof oordeelde dat de inspecteur terecht had gehandeld en dat de voorwaarden in het Uitvoeringsbesluit niet in strijd waren met de delegatiebevoegdheid van de wet. Het Hof verwierp ook het beroep op het gelijkheidsbeginsel, omdat de gevallen die door belanghebbende werden aangevoerd niet vergelijkbaar waren met zijn situatie. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor duidelijke en consistente toepassing van belastingwetgeving en de rol van de inspecteur in het handhaven van deze regels.