Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verdere procesverloop
2.De verdere beoordeling
dat uw cliënte [appellante] op grond van een lastgevingsovereenkomst met ondergetekende bevoegd is om de vordering op eigen naam maar voor rekening van de boedel teincasseren', maar het bestaan van die lastgevingsovereenkomst is niet nader toegelicht, noch met bewijsstukken onderbouwd. Ook is niet aangegeven wanneer die lastgevingsovereenkomst tot stand zou zijn gekomen. Een nadere toelichting op de gestelde lastgevingsovereenkomst en een onderbouwing van de gestelde overeenkomst met bewijsstukken was met name vereist, nu uit de eerdere brief van de curator van 26 maart 2010 (r.o. 2.2.12 van het tussenarrest) volgt dat níet sprake is van een lastgevingsovereenkomst. Daarin is immers vermeld dat '
de boedel (...) niet als uw opdrachtgever [wordt] beschouwd'. [appellante] heeft niet aangegeven hoe een en ander met elkaar te rijmen is c.q. welke feiten of omstandigheden zich hebben voorgedaan in de tijd tussen het verzenden van de brief van 26 maart 2010 en de brief van 12 december 2012. Het vooroverwogene geldt ook voor de vraag wie de kosten van de procedure draagt; in de eerste brief is expliciet gesteld
'dat uw cliënte de kosten van de procedure dient te dragen', terwijl in de laatste brief staat dat de vordering voor rekening van de boedel kan worden geïncasseerd. Een nadere toelichting en onderbouwing van de gestelde lastgevingsovereenkomst mocht bovendien ook van [appellante] worden gevergd, nu [geïntimeerde] in de onderhavige procedure steeds de bevoegdheid van [appellante] om de vordering van Steltenpool in rechte aanhangig te maken, in twijfel heeft getrokken en [geïntimeerde] zich bovendien geconfronteerd heeft gezien met de situatie dat [appellante] - in de procedure in eerste aanleg - de brief van de curator waarin deze de cessieovereenkomst had vernietigd, in strijd met art. 21 Rv, achter had gehouden. Deze gang van zaken was een reden temeer voor [appellante] om thans wel in alle opzichten openheid van zaken te geven en opheldering over feitelijkheden die, zonder nadere toelichting, moeilijk of niet met elkaar te verenigen zijn.