Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.De feiten
de manis het volgende gebleken.
de vrouwis het volgende gebleken.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de beëindiging en limitering van de partneralimentatie na een echtscheiding. De man is op 19 oktober 2012 in hoger beroep gekomen van eerdere beschikkingen van de rechtbank Amsterdam, waarin de echtscheiding werd uitgesproken en de alimentatie werd vastgesteld. De vrouw heeft incidenteel hoger beroep ingesteld en verzoekt om een verhoging van de alimentatie. Tijdens de zittingen zijn verschillende stukken ingediend, waaronder jaaropgaven en financiële overzichten van beide partijen. De man heeft zijn financiële situatie uiteengezet, inclusief zijn inkomen en lasten, terwijl de vrouw haar situatie heeft toegelicht, inclusief haar medische toestand en financiële verplichtingen. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van beide partijen zorgvuldig gewogen. Het hof oordeelt dat de man onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn verzoek tot beëindiging van de alimentatie, en dat de vrouw niet in staat is om in haar eigen levensonderhoud te voorzien. Uiteindelijk heeft het hof de alimentatie vastgesteld op € 3.195,- per maand, met ingang van de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand. De beslissing is genomen op 24 september 2013 en is uitvoerbaar bij voorraad.