2.3In het tegengetuigenverhoor heeft ABC Stalling hun administratief medewerkster [X] doen horen. Zij heeft als getuige, voor zover van belang, het volgende verklaard:
(…) De procedure als een nieuwe klant zich meldt is als volgt. Ik ga samen met de klant een formulier invullen getiteld ‘stallingsovereenkomst’. Daarop moet ik ook persoonlijke gegevens invullen. Die vraag ik aan de klant. Verder kruis ik bepaalde vakjes aan. Ik vraag voor hoe lang het object gestald moet worden, bijvoorbeeld de auto. Ik vertel in het kort de regels van de stalling, daar is ook een papier van getiteld ‘stallingsvoorwaarden’. Ik vertel hoe het gaat met het ophalen en met het opzeggen en over de aansprakelijkheid en over de verzekering. Voor de rest kunnen ze dat papier zelf lezen. Ik zeg meestal ook dat ze dat gerust mogen doen, maar de meeste klanten doen dat niet. Ik vraag ook of de klant het object vaak ophaalt. Ik zorg er ook voor dat de klant de stallingsovereenkomst ondertekent. Vervolgens maak ik een kopie daarvan en geef die af aan de klant. Het origineel houden we zelf. Vervolgens tik ik de gegevens in in de computer. Dan wordt er een stallingspasje en een registratiekaart gemaakt. Op het stallingspasje staat het nummer van de klant en ons telefoonnummer. De registratiekaart wordt aan de auto bevestigd, zodat wij weten van wie de auto is. De klant krijgt ook een factuur mee. De klant krijgt dus mee: een kopie van de stallingsovereenkomst, een exemplaar van de stallingsvoorwaarden, een factuur en een stallingspasje. Verder maken wij een label als sleutelhanger voor aan de sleutel die wij bewaren. Dit allemaal gebeurt in een vast kantoortje. Daar staat een kopieerapparaat en een lamineerapparaat en een computer en de formulieren en andere benodigdheden. Ik zet zelf de auto van de klant niet binnen. Wij hebben andere medewerkers die dat doen. De klant mag het niet zelf doen.
De procedure die ik zojuist beschreef volgen wij al vanaf het begin.
Ik heb de stallingsovereenkomst van [appellant] enige tijd geleden gezien. Ik heb toen gezien dat mijn handschrift erop staat. Ik kan mij zelf niet meer herinneren dat ik dit invulde en ook niet meer dat [appellant] voor het eerst als klant kwam. Ik ga er toch wel van uit dat het met [appellant] op dezelfde manier is gegaan als zoals ik zojuist beschreef.
U zegt mij dat [appellant] heeft verklaard dat hij een deal had met iemand van ABC Stalling, waarbij hij iedere keer dat hij een klant aanbracht een euro verdiende. Die deal zegt mij niets. In de administratie vind ik daarover niets terug. Een dergelijke deal met anderen is mij ook niet bekend. Ik heb in de administratie gezien dat [appellant] € 200,-- heeft betaald. Ik heb gezien dat hij dat in een keer heeft betaald. Volgens mij was dat in september. Verder heb ik gezien dat hij 20% openingskorting heeft gekregen.
(…)
U toont mij nu de stallingsovereenkomst, productie 1 bij inleidende dagvaarding. Ja dat is mijn handschrift. De beide handtekeningen zijn niet van mij. De ene is van de klant en de andere is van mijn broer. Aan de kruisjes kan ik niet zien of het mijn handschrift is, maar ik neem aan dat ik die ook heb gezet. Mijn broer werkte destijds ook als medewerker bij ABC Stalling. Hij deed van alles. Zo zette hij ook auto’s binnen. U vraagt mij hoe het komt dat ik de persoonlijke gegevens heb ingevuld, maar mijn broer heeft ondertekend. Dat komt omdat wij de procedure soms samen deden omdat er zo veel moest gebeuren. Bijvoorbeeld maakte hij alvast een kopie.
Het kruisje bij de zin over de stallingsvoorwaarden wordt altijd gezet. De bedoeling daarvan is om zeker te zijn dat de klant de stallingsvoorwaarden kent en ermee akkoord gaat. Als de klant zelf het formulier invult, vergewis ik mij ervan dat de klant dat heeft begrepen. Ook als ik het invul vergewis ik mij daarvan. De stallingsvoorwaarden die hier bedoeld worden en die dus altijd worden meegegeven zijn productie 6 bij conclusie van antwoord. U toont mij productie 9 bij inleidende dagvaarding. Die voorwaarden zijn niet van ons, maar van een ander bedrijf.
Klanten mogen direct per kas betalen. Zij mogen ook later per kas betalen of per bank. Zij krijgen een factuur mee, zoals gezegd.
Het komt wel eens voor dat ik persoonlijke gegevens zoals een adres overschrijf van een geschrift die de klant geeft. Als dat gebeurt vraag ik wel altijd of de gegevens nog actueel zijn, want anders komt onze factuur misschien niet aan.
U vraagt mij of het mogelijk is dat mijn broer of ik in het geval van [appellant] per vergissing de stallingsvoorwaarden niet heeft uitgereikt. Dat lijkt me van niet. Het is immers een vaste volgorde die we hanteren en we reiken de stallingsvoorwaarden altijd uit.
(…)
Ik kan mij niet herinneren of ik [appellant] heb gezien op de dag dat hij voor het eerst zijn busje kwam brengen. Ik ga ervan uit van wel, omdat ik mijn handschrift op de stallingsovereenkomst herken. Ik heb [appellant] wel later gezien, in elk geval nadat zijn busje gestolen was.
Het kwam wel eens voor dat mijn broer bij een intake alle administratieve handelingen van a tot z deed, namelijk als er niemand anders was. Ik weet niet meer of de rechter in eerste aanleg bij mijn getuigenverhoor de stallingsovereenkomst aan mij heeft laten zien, ik denk van wel want het ging hem om de handtekening. U vraagt mij nogmaals naar de procedure bij intake. Helemaal aan het begin pak ik alle spullen die ik nodig heb bij elkaar, waaronder een exemplaar van de stallingsvoorwaarden. Als de klant uiteindelijk vertrekt moeten alle spullen weg zijn, anders ben je iets vergeten. Voordat het kruisje bij de zin over de stallingsvoorwaarden wordt geplaatst, wordt een exemplaar daarvan aan de klant overhandigd en worden de voorwaarden in grote lijnen uitgelegd. Er is geen speciale reden voor waarom ik de stallingsovereenkomst heb ingevuld, maar mijn broer die heeft ondertekend. Waarschijnlijk zijn wij samen in het kantoor aanwezig geweest bij het invullen en ondertekenen van die overeenkomst.