ECLI:NL:GHAMS:2013:1564

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 mei 2013
Publicatiedatum
23 juni 2013
Zaaknummer
200.090.399-01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor constructief gebrek en lekkage in woning

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 mei 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen een appellant en twee geïntimeerden met betrekking tot lekkage in de meterkast van een woning. De appellant, vertegenwoordigd door mr. A.J.M. van Kooten, betwistte de aansprakelijkheid voor de lekkage die zich voordeed bij het douchen, terwijl de geïntimeerden, vertegenwoordigd door mr. M.P.A. Oogjen, stelden dat de lekkage het gevolg was van constructieve gebreken die al vóór de levering van de woning aanwezig waren. Het hof oordeelde dat de geïntimeerden in hun bewijsopdracht zijn geslaagd. De getuigenverklaringen van de geïntimeerden en hun vader, die de lekkage waarnamen, werden als geloofwaardig beschouwd. Het hof concludeerde dat de lekkage niet op eenvoudige wijze kon worden opgespoord en dat de kosten voor herstel aanzienlijk waren. De appellant had niet voldoende onderbouwd dat de lekkage niet het gevolg was van een constructief gebrek. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde de appellant in de kosten van het geding in hoger beroep.

Uitspraak

arrest
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht, team II
zaaknummer: 200.090.399/01
zaaknummer rechtbank Amsterdam: 467459 / HA ZA 10-2645
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 21 mei 2013
inzake
[appellant],
wonende te [woonplaats],
APPELLANT,
advocaat:
mr. A.J.M. van Kootente Zoetermeer,
tegen:

1.[geïntimeerde sub 1] en

2. [geïntimeerde sub 2],
beide wonende te [woonplaats],
GEÏNTIMEERDEN,
advocaat:
mr. M.P.A. Oogjente Almere.

1.Verder verloop van het geding

Partijen worden hierna wederom [appellant] en [geïntimeerden] genoemd.
In deze zaak heeft het hof op 3 juli 2012 een tussenarrest uitgesproken. Voor het verloop van het geding tot die datum wordt verwezen naar dat arrest.
Ingevolge het tussenarrest hebben [geïntimeerden] op 4 oktober 2012 vier getuigen (waaronder zijzelf) doen horen, waarna [appellant] op diezelfde datum drie getuigen (waaronder hijzelf) heeft doen horen. De daarvan opgemaakte processen-verbaal zijn bij de gedingstukken gevoegd.
[geïntimeerden] hebben een memorie na enquête genomen.
[appellant] heeft eveneens een memorie na enquête genomen.
Vervolgens is wederom arrest gevraagd.

2.Verdere beoordeling

2.1.
Bij het tussenarrest zijn [geïntimeerden] toegelaten te bewijzen dat in de woning bij het douchen lekkage in de ondergelegen meterkast optrad (met daarmee gepaard gaande risico’s voor kortsluiting en/of brand) welke lekkage zich niet op relatief eenvoudige wijze en tegen geringe kosten liet opsporen/herstellen en werd veroorzaakt door reeds vóór de levering op 1 mei 2009 aanwezige constructieve gebreken.
2.2.
Ter voldoening aan deze bewijsopdracht hebben [geïntimeerden] getuigen doen horen.
2.3.
E.[geïntimeerden] heeft als partijgetuige - samengevat - verklaard:
“Het was mijn vrouw die ontdekte dat als wij de douche gebruikten, er water lekte in de meterkast die zich onder de badkamer bevindt. Wij zijn ongeveer 21 mei de woning gaan betrekken. De eerste avond was ik met mijn dochter aan het douchen. Opeens hoorde ik een schreeuw van mijn vrouw: “stop doe de kraan dicht”. Ik vroeg wat er aan de hand was. Mijn vrouw riep: “het lekt in de meterkast”. Ik heb toen de kraan dichtgedraaid en ben gaan kijken.
Mijn vrouw had de lekkage in de meterkast gehoord. In verband met onze nieuwe vloer hadden wij de deur van de meterkast tijdelijk verwijderd. De kast was dus open. Mijn vrouw had geluiden van druppels of plonzen van water in de meterkast gehoord.
Toen ik in de meterkast keek zag ik druppels lopen langs gele pvc-buizen in de meterkast. Ik zag ook sporen van glijdende druppels. In de kast bevindt zich een kunststof kastje met schakelaars (stoppenkast): ook daarop lag water. Ik geloof dat op een plankje daaronder ook water lag. Het heeft nog dagen nagedruppeld. U vraagt mij naar de hoeveelheid water waar het om ging. Dat is lastig te zeggen. Het gaat om heel veel meer dan een paar druppels, maar niet een emmer vol: ik zou zeggen een half kopje. Ik herinner mij niet dat ik in de meterkast sporen van eerdere lekkages heb aangetroffen. […]
Wij hebben het bij die ene keer douchen gelaten en zijn vanaf de volgende dag bij mijn ouders gaan douchen, die in de straat achter ons wonen.
Dit gebeurde allemaal ‘s avonds dus ik kon niet gelijk de makelaar bellen. Ik weet wel vrij zeker dat ik mijn vader heb gebeld en dat hij ook gelijk is komen kijken. […] Ik weet niet meer precies hoe hij reageerde maar hem kennende zal hij gezegd hebben dat de situatie in de meterkast hartstikke gevaarlijk was.
De volgende dag heb ik de verkopende makelaar, de heer [G], gebeld. […] Ik heb hem meegedeeld dat er lekkage was in de meterkast en dat dat een levensgevaarlijke situatie opleverde. Ik heb hem gevraagd om te komen kijken, en om hierover contact op te nemen met [appellant]. Dat laatste heeft [G] ook gedaan. Ik kreeg dezelfde of de volgende dag een telefoontje van hem, waarin hij mij mededeelde dat [appellant] van niks wist en zelf nooit last heeft gehad. Daar moest ik het mee doen. Een paar dagen later ontstond er weer lekkage in het huis op een andere plek. Omdat dat de derde op rij was heb ik daarover weer contact opgenomen met [G]. Dit keer is hij wel gekomen. Ik heb hem toen ook de meterkast laten zien. In de meterkast had ik alles drooggemaakt. Je zag van de lekkage bijna niets meer. [G] zei dat hij niks van lekkage zag. Dat was ook eigenlijk wel zo. Ik heb toen aangeboden om de douche weer aan te zetten zodat hij kon zien wat er gebeurde. Dat vond [G] geen goed idee. Dat begreep ik wel en dat vond ik zelf eigenlijk natuurlijk ook. Ik wilde liever niet weer een heel gevaarlijke situatie creëren. [G] zei dat hij genoeg had gezien en hij is weggegaan. Volgens mij was mijn vrouw bij dit gesprek met [G] aanwezig.
[…]
Ik heb zelf de douchebak en de glazen wanden die erop waren gemonteerd weggehaald. Wat ik aantrof kunt u zien op de foto’s genummerd 1-8 die als bijlage aan het proces-verbaal worden gehecht. Foto 1 laat zien dat ducktape is gebruikt om een buis aan de afvoer te koppelen. Foto 2 toont schimmel aan de onderkant van de douchebak. Foto 7 laat een kitt-rand zien tussen vloer en wand. Die rand heb ik verwijderd en ik vond de lappen die u ziet op foto’s 3,6 en 8. Foto’s 4 en 5 tonen hetzelfde als foto 1. Op foto 5 zie je op de vloer een ronde vochtplek onder de ducktape.
Toen ik dit zag dacht ik: dit is prutswerk. […]
Ik voelde me opgelicht door de verkoper: het zag eruit als een mooie nieuwe badkamer maar het was prutswerk. Ik heb vervolgens zelf [F 1] gevraagd om een expertiserapport op te stellen. […] Ik heb zelf nog geprobeerd de lekkage tegen geringe kosten zelf te verhelpen en heb de aansluiting die met ducktape was dichtgeplakt geprobeerd met pvc-lijm te lijmen. Dat heeft niet geholpen. […] Ik ben niet echt een klusser: klussen op gebied van elektronica doe ik wel, maar bijvoorbeeld een stop vervangen in de meterkast doe ik niet. […] [F 1] gaf, toen ze de situatie bekeken, duidelijk aan dat ik zeker niet moest gaan douchen omdat dat een levensgevaarlijke situatie opleverde.
2.4.
A.C.[geïntimeerden]-van der Weele heeft als partijgetuige - samengevat - verklaard:
Ik ontdekte dat er lekkage ontstond in de meterkast als de douche werd gebruikt tijdens de eerste, en enige keer dat wij na de levering de douche in de woning gebruikten. Mijn man stond boven te douchen, ik was beneden. Ik hoorde wat druppelen en sissen. Ik ben gaan luisteren waar het geluid vandaan kwam. Dat bleek de meterkast te zijn. Ik kon het goed horen omdat de deur van de meterkast was verwijderd in verband met de nieuwe vloer. Anders had ik het waarschijnlijk niet zo snel gehoord. Ik ging ervan uit dat de lekkage verband hield met het douchen omdat dat op dat moment gebeurde en het buiten verder droog was. Ik riep naar boven “uit met die douche, het lekt beneden”. Mijn man is toen direct komen kijken. De druppels kwamen vrij snel naar beneden, er zat veel minder dan een seconde tussen elke druppel. Boven in het plafond van de meterkast zitten gaten waar pijpen doorheen naar beneden lopen: het water liep daar langs. Ik dacht dat ik druppels op meerdere pijpen zag, maar weet dat niet meer zeker.
U vraagt mij of ik sporen van eerdere lekkages in de meterkast heb waargenomen. Ik heb gezien dat er schimmel zat op de binnenkant van de deur van de meterkast en het rook in de meterkast ook een beetje muf. Helemaal zeker weet ik niet dat dat door eerdere lekkage vanuit de douche komt: bij de overdracht bleek dat er ook een lekkage is geweest bij de vloer voor de meterkast. Er was iets met een kraantje. Ik weet niet meer precies wat daar de situatie was.
Ik kan mij niet herinneren hoe lang het na die eerste keer douchen heeft nagedruppeld. Ik heb direct handdoeken in de meterkast gelegd, want ik ben als de dood voor de combinatie water en stroom. We hebben daarom ook niet meer durven douchen en een paar maanden bij mijn schoonouders gedoucht.
Mijn schoonvader is volgens mij dezelfde dag nog wezen kijken, en verder heeft ook iemand van een woningbouwvereniging (een contact via de moeder van mijn man) naar de situatie gekeken. Die man kon niet zeggen waardoor het probleem werd veroorzaakt. Ik weet niet meer precies of wij in dat soort situaties het probleem demonstreerden door de douche aan te zetten.
Ook de verkopende makelaar is nog langs geweest om naar de situatie te kijken. We hadden hem in verband met een aantal klachten gebeld. Hij heeft ook naar de meterkast gekeken. Ik was bij het gesprek met die makelaar, maar niet de hele tijd want ik moest mij ook met mijn dochtertje bezighouden. Toen de makelaar in de meterkast keek zei hij: ik zie niets. Mijn man stelde toen voor om de douche aan te zetten. De makelaar zei toen: nee doe maar niet. Hij zou contact opnemen met [appellant] en ons laten weten.
Toen wij het huis geleverd hadden gekregen hebben wij beneden wat verbouwingswerkzaamheden verricht. Dat betrof vooral de vloer. In de badkamer boven heb ik alleen schoongemaakt.
Op vragen van mr. Oogjen antwoord ik als volgt:
- Wij hebben zelf nog geprobeerd het probleem te verhelpen. Mijn man heeft extra kit gespoten, maar het bleef lekken. Toen heeft hij de douchebak opengemaakt en zagen we wat eronder zat. We hebben ook nog een andere bak geplaatst en gemonteerd: dat heeft mijn man deels zelf gedaan, deels met advies van [F 1]. [F 1] is onze vorige buurman.
2.5.
[F 1], vader van [geïntimeerde sub 1], heeft als getuige - samengevat - verklaard:
Ik heb voor het eerst vernomen van de lekkage in de meterkast, omdat mijn zoon of schoondochter mij daarover opbelde. Ik woon in de straat erachter en ben direct langsgekomen.
In de meterkast zag ik uit twee gaten in het plafond twee plastic leidingen lopen, waar de elektriciteitsdraden doorheen lopen. De plastic leidingen eindigen in de stoppenkast. Ik zag druppels lopen langs die leidingen naar de stoppenkast. Ik heb geen plasje water zien liggen op de stoppenkast. Ik heb ook niet gezien dat de druppels uiteindelijk op de grond terecht kwamen, maar daar ook eigenlijk niet op gelet. U vraagt naar de hoeveelheid water die naar beneden kwam. Dat is moeilijk te zeggen, het waren druppels maar die kwamen best snel naar beneden. Ik heb geen water horen tikken. Sporen van eerdere lekkages kan ik mij niet herinneren maar daar heb ik ook niet echt op gelet.
Ik heb gelijk tegen mijn zoon en schoondochter gezegd dat ze niet meer mochten douchen omdat dat veel te gevaarlijk was en dat ze dat maar bij mij moesten komen doen. Dat hebben ze ook gedaan, wel een paar maanden. Ik weet dat de lekkage met de douche te maken heeft omdat ik in precies hetzelfde soort huis woon en daarom weet, dat deze leidingen in de douche uitkomen.
Bij de reparaties ben ik verder niet betrokken geweest. Wel heeft mijn zoon mij laten zien wat hij aantrof toen hij eenmaal de douchebak had verwijderd. Ik herinner mij een wasmachineslang die met tape aan een pvc-buis was bevestigd. U toont mij foto nummer 1 (bijlage bij dit proces-verbaal). Dat is inderdaad de situatie die ik heb waargenomen.
[…]
Ik kan mij niet herinneren of, toen ik naar de lekkage in de meterkast kwam kijken, er toen al maatregelen waren getroffen om het vocht weg te halen. […]
2.6.
[F 2] heeft als getuige, in aanvulling op zijn brief van 7 oktober 2009, - samengevat - het volgende verklaard:
U houdt mij voor mijn brief van 7 oktober 2009, die als productie 4 bij de inleidende dagvaarding in het geding is gebracht. Ik blijf bij deze verklaring.
Ik ben in 2008 naast de familie[geïntimeerden] komen wonen op hun vorige adres. We waren dus buren. Ik ben bij het nieuwe huis van de familie[geïntimeerden] betrokken geraakt omdat ik daar de vloerverwarming beneden heb aangelegd. In dat verband ben ik toen ook in de meterkast geweest en heb daar toen geen sporen van lekkage aangetroffen. Ik heb daar ook niet op gelet.
Eind september/begin oktober 2009 ben ik gebeld om te komen kijken naar wat de oorzaak zou kunnen zijn van lekkage in de meterkast. Ik herinner mij dat ik toen in de meterkast druppels zag over een breedte 40-45cm in de aansluiting tussen plafond en achterwand. Ik zag ook sporen van water eronder richting de meterkast. Ik zag geen water op de meterkast zelf. Ik heb toen tegen[appellant], die erbij was, gezegd dat ze niet meer gebruik van de douche moesten maken, omdat dat levensgevaarlijk was. Naar mijn weten werd er gewoon elke dag gedoucht. Uit de reactie van[appellant] kreeg ik de indruk dat mijn advies nieuws voor ze was: hij zei zoiets van “nou lekker dan”. We zijn naar boven gegaan naar de douche en ik heb geadviseerd om de douchebak weg te halen. Zolang die niet weg is kun je niet zien waar de lekkage vandaan komt, want alle leidingen zijn weggewerkt. Volgens mij heb ik de familie[geïntimeerden] enige tijd later geholpen met het weghalen van de douchebak. De cabine die daarop stond had[appellant] al zelf gedemonteerd.
Toen de douchebak was verwijderd heb ik het volgende geconstateerd. Ik verwijs daarbij naar de foto’s 1-8 die als bijlage aan het proces-verbaal zijn gehecht. Op foto 1 is te zien dat de pvc-bocht die naar het riool loopt met tape aan een PE-slang is verbonden. De andere zijde van die slang loopt naar het sifon van de douchebak. Toen ik dit zag wist ik gelijk dat ik de oorzaak van de lekkage te pakken had: de verbinding met tape van de pvc-bocht met de PE-slang. PE en pvc kun je niet op elkaar lijmen. Onder de verbinding met tape is een vochtplek te zien. Ik heb geen vochtmeter gebruikt om de vochtigheid van de zand-cemente dekvloer te meten, maar alleen visuele waarneming gedaan. Door middel van kloppen heb ik tevens geconstateerd, dat de zand-cemente dekvloer vanwege de vochtverzadiging heeft losgelaten van de ondergelegen betonvloer. Een vloer die heeft losgelaten klinkt namelijk hol. Wat u op foto’s 4,5 en 7 aantreft gaat over hetzelfde. Op foto 2 ziet u de achterkant van de douchebak, waarop schimmel is te zien.
Op foto 7 ziet u onder de geblokte wandtegels dat deze op OSB-platen zijn gelijmd. […] Het gebruik van OSB-platen was als zodanig niet de oorzaak van de lekkage. […] Achter de kitrand kwamen wij de doeken tegen die u op foto 3,6 en 8 ziet. […] Ook hiervoor geldt dat deze manier van afwerken niet de oorzaak van de lekkage was, maar wel een manier van werken die absoluut niet goed is[…]
Op de vraag wat er moet gebeuren om de lekkage op te lossen zeg ik het volgende. Allereerst zou de riolering moeten worden ‘opgehakt’, waarmee ik bedoel dat de vloer rondom de pvc-bocht moet worden verwijderd en een nieuwe verbinding met de riolering gemaakt. De zand-cemente dekvloer moet er ook uit. Door de inwerking van vocht is de vloer verzadigd geraakt en dan kan je er geen tegels op lijmen. De lijm hecht dan niet. Omdat de oppervlakte van de badkamer niet zo groot is zou ik gewoon de hele zand-cemente vloer eruit halen en opnieuw aanbrengen. Voor wat betreft de kosten denk ik, uitgaande van afmetingen 2.10-2.25m, en exclusief tegels maar inclusief lijmen en voegsel, dat het ongeveer € 400,- exclusief btw bedraagt. De kosten van het verwijderen van de zand-cemente dekvloer en het ophakken van de riolering komen er nog bij. De kosten daarvan zijn ongeveer € 360,- exclusief btw.
[…]
Naar aanleiding van de lekkage moeten mijns inziens ook de aangebrachte OSB-platen worden vervangen. Ik heb geconstateerd dat de platen zijn aangetast door vocht. Dat betekent dat de tegels op de OSB-platen kunnen gaan loslaten.
[…]
Het feit dat de zand-cemente dekvloer en de OSB-platen verzadigd waren met vocht kan niet het gevolg zijn van één keer douchen. Daar moet meer tijd mee gemoeid zijn geweest. Hetzelfde geldt voor de schimmel die onder de douchebak is aangetroffen.
U vraagt mij waarom ik in mijn advies van 7 oktober 2009 ook van de vervanging van het gehele leidingwerk uitga. De reden is dat ik heb gezien hoe de PE-leiding aan de pvc-bocht was vastgemaakt en dan weet ik genoeg. Als ik dan een nieuwe badkamer zou moeten maken kan ik er niet vanuit gaan dat de rest van het leidingwerk wel goed is. Ook omdat ik garantie moet geven op mijn werk zou ik alles weghalen en opnieuw opbouwen.
Ik heb kunnen zien dat de cv-leidingen in deze badkamer verlegd waren om de badkamer op deze manier te kunnen aanleggen. Verder weet ik dat de waterleiding verlegd is, omdat er een hangend toilet is en dan moet dat altijd gebeuren.
U vraagt mij of de problemen waar ik vandaag over verklaard heb aan het licht hadden kunnen komen wanneer de koper een bouwkundige keuring had laten uitvoeren. Daarop zeg ik u dat dat niet het geval is omdat bouwkundigen louter visueel inspecteren.
2.7.
In het tegengetuigenveroor heeft [appellant] getuigen doen horen.
2.8.
[G], makelaar van [appellant], heeft als getuige - samengevat - als volgt verklaard:
U houdt mij voor mijn verklaring van 23 mei 2010, die als productie 5 bij de memorie van grieven is aangehecht. Ik blijf bij deze verklaring.
De eerste keer dat ik vernam over de lekkage in de meterkast moet kort na de sleuteloverdracht zijn geweest. […]. Ik kan me herinneren hoe de meterkast eruit zag, maar mij staat niet bij dat ik sporen van lekkage aantrof. Ik weet dat er geen test heeft plaatsgevonden door de douche aan te zetten, maar hoe het gesprek verder verliep weet ik niet meer. Ook niet of is aangeboden de douche aan te zetten, zodat ik de lekkage kon zien: als iemand zegt dat er lekkage is, dan geloof ik dat. Het staat mij niet meer met zekerheid bij dat ik hierover vervolgens contact met [appellant] heb opgenomen, maar dat lijkt me wel waarschijnlijk.
2.9.
[appellant] heeft als getuige - samengevat - als volgt verklaard:
Ik heb dertien jaar gewoond op [adres]. De laatste maanden voordat ik m’n huis verkocht was ik er wat minder omdat ik regelmatig bij mijn vriendin verbleef. De laatste anderhalf à twee maanden voordat ik mijn huis verkocht hebben twee dochters van een vriend van mij in mijn huis verbleven. Dat waren [X] en [Y]. Hun verklaring is als productie 6 bij memorie van grieven in het geding gebracht.
In de periode dat ik in mijn huis woonde is er geen sprake geweest van lekkage van de douche naar de meterkast. De badkamer was al ongeveer drie jaar in de staat waarin deze verkeerde toen ik mijn huis verkocht. Mijn buurman en ik hebben samen de badkamer verbouwd. Zelf had ik dat nog nooit gedaan. Mijn buurman is geen aannemer, maar ik wist van hem dat hij vaker keukens en badkamers verbouwde bij mensen. Ik ging er vanuit dat hij dat goed genoeg kon: ik heb nooit met “klanten” van hem daarover gesproken.
Naar aanleiding van de foto’s 1-8 die als bijlage aan dit proces-verbaal worden gehecht kan ik het volgende verklaren.
Foto 1: ik herinner mij dat de vloer plat was toen wij begonnen. In het midden was een afvoer met pvc erin. In die afvoer hebben wij de kromme buis geplaatst die op deze foto te zien is. Van de bevestiging van die buis met de slang kan ik mij niets meer herinneren. In het algemeen is het wel zo dat alle werkzaamheden die in de badkamer plaatsvonden ik samen met mijn buurman heb uitgevoerd. Wat de lappen betreft die op foto’s 3,6 en 8 zijn te zien kan ik me wel herinneren dat ik ze bij het klussen heb gebruikt, maar niet dat ik ze als steun voor het kitwerk heb gebruikt.
[…]
Ik heb eenmaal zelf een lekkage gehad in mijn badkamer, vlak nadat de badkamer af was. Dat kwam omdat ik een stukje bij de douchebak verkeerd had gekit. De lekkage bleek omdat de voegen van de omliggende tegels verkleurden. Ik heb de onderste rand van de tegels verwijderd en opnieuw aangebracht en ook het kitwerk opnieuw aangebracht. Daarmee was de lekkage verholpen. Sedertdien heb ik nooit meer een lekkage in de badkamer gehad.
U houdt mij voor mijn brief van 25 augustus 2009 aan mr. Van Kleef van DAS-rechtsbijstand. Ik blijf bij hetgeen ik in die brief heb vermeld met betrekking tot deze lekkage.
2.10.
[Z], vriendin van [appellant], heeft als getuige - samengevat - verklaard:
Ik ben sinds een jaar of 6,7 de vriendin van[appellant]. Ik ben dan ook vaak geweest in zijn voormalige woning aan [adres]. Ik woonde daar echter niet.
Mij is nooit iets opgevallen met betrekking tot lekkage vanuit de badkamer naar de onderliggende meterkast. Bij de oplevering van het huis heb ik nog geholpen met schoonmaken. Ik heb toen de meterkast wel open gehad maar daar niets bijzonders aangetroffen. Geen vochtsporen, geen druppels of iets dergelijks. U vraagt of de meterkast misschien muf rook: volgens mij ruiken meterkasten altijd een beetje muf.
Als ik in de woning van [appellant] verbleef werd de badkamer altijd gewoon gebruikt.
2.11.
Gelet op bovenvermelde getuigenverklaringen acht het hof bewezen dat er in de woning bij het douchen lekkage in de ondergelegen meterkast optrad, met daarmee gepaard gaande risico’s voor kortsluiting en/of brand. Zowel de vader van[geïntimeerden] als [F 1] hebben de waterdruppels in de meterkast waargenomen die kennelijk afkomstig waren uit de bovengelegen doucheruimte en beiden verklaarden daarop aan [geïntimeerden] te hebben gezegd dat douchen gevaarlijk was. Deze verklaringen worden ondersteund door de verklaringen van partijgetuigen [geïntimeerden] over hun waarnemingen van de lekkage in de meterkast toen de douche werd gebruikt. Daar tegenover staat dat getuige [G] verklaart zich niet te herinneren in de meterkast sporen van lekkage te hebben gezien, maar het ontbreken van sporen sluit niet uit dat de lekkage daar wel is opgetreden. Ook volgens [geïntimeerden] was de lekkage immers niet zichtbaar toen [G] kwam kijken, maar beiden verklaren te hebben aangeboden de douche aan te zetten zodat [G] dat wel zou kunnen waarnemen. Weliswaar kan [G] zich die gang van zaken niet herinneren, maar hij heeft wel verklaard dat als iemand zegt dat er lekkage is, hij dat gelooft. Hij weerspreekt de door [geïntimeerden] geschetste gang van zaken dus niet. Dat [appellant] en [Z] ten slotte als getuige hebben verklaard nimmer lekkage in de meterkast te hebben waargenomen, en - blijkens hun schriftelijke verklaring - de bewoonsters Mariska en Charlotte Dijkstra evenmin, maakt de verklaringen van [F 1] en [F 1], zoals ondersteund door die van [geïntimeerden], ook niet ongeloofwaardig. Het gaat er immers niet om of reeds voorafgaand aan de levering op 1 mei 2009 lekkage in de meterkast optrad en waarneembaar was, maar slechts, of de oorzaak van de lekkage die nadien optrad gelegen is in een reeds vóór de levering aanwezig constructief gebrek.
2.12.
Over dat constructief gebrek heeft [F 1] als getuige verklaard dat hij na verwijdering van de douchebak heeft waargenomen, dat de PVC-bocht die naar het riool loopt met tape aan een PE-slang is verbonden, waarvan de andere zijde naar het sifon van de douchebak loopt. De ondeugdelijke verbinding van de PVC-bocht met de slang is volgens hem, ook nadat hij andere mogelijke oorzaken had onderzocht, het constructieve gebrek dat de oorzaak is van de lekkage. Deze conclusie van [F 1] is geen wezenlijk andere dan de conclusie die hij trekt in zijn brief van 7 oktober 2009, aangehaald onder 2.2.8 van het tussenarrest. [appellant] heeft deze conclusie, met zijn betoog dat slechts sprake is van enkele “(vermeende) onvolkomenheden” bij de bouw van de badkamer, onvoldoende gemotiveerd weersproken. Temeer nu hij de badkamer zelf - met hulp van zijn buurman - heeft verbouwd en de bewuste aansluiting door hen is aangelegd, had het op zijn weg gelegen met feiten te onderbouwen waarom de verbinding van de PVC-bocht met de slang volgens hem niet de oorzaak van de lekkage is geweest. Dat heeft [appellant] nagelaten. Als onvoldoende bestreden staat daarom vast, dat de oorzaak van de lekkage is gelegen in een reeds voor de levering aanwezig constructief gebrek.
2.13.
Het hof is ten slotte van oordeel dat de lekkage zich niet op relatief eenvoudige wijze en tegen geringe kosten liet opsporen/herstellen.
2.14.
Voor wat het ontdekken van de oorzaak van de lekkage betreft volgt uit de verklaring van [F 1], dat het pas mogelijk was om die oorzaak op te sporen door de douchecabine en de douchebak te verwijderen. Van op relatief eenvoudige wijze ontdekken is daarmee geen sprake. [appellant] heeft in zijn grief 4 nog aangevoerd dat [geïntimeerden], indien zij bij de aankoop van de woning een bouwkundig onderzoek hadden laten doen, een reële kans op ontdekking van enkele gebreken in de doucheruimte zouden hebben gehad omdat er enkele tegels loszaten. Dat betoog faalt reeds op de grond dat zonder nadere uitleg, die ontbreekt, niet valt in te zien waarom de aanwezigheid van enkele loszittende tegels in de doucheruimte op een lekkage vanuit de doucheruimte in de meterkast duidt.
2.15.
De kosten van het herstel van de lekkage bedragen volgens [F 1] in zijn getuigenverklaring € 760,-- exclusief btw. Dit kan naar ’s hofs oordeel niet als “geringe kosten” worden gekenmerkt, temeer niet omdat de opsporingskosten daaraan nog moeten worden toegevoegd.
2.16.
De slotsom is dat [geïntimeerden] in hun bewijsopdracht zijn geslaagd. De grieven 2 tot en met 4 falen voor zover betrekking hebbend op het voorwerp van de bewijsopdracht. Waar [appellant] met deze grieven tevens aanvoert dat hij niet op de hoogte was van de lekkage en aldus geen mededelingsplicht heeft geschonden, falen deze grieven op grond van het in het tussenarrest onder 3.5.3 overwogene.
2.17.
Grief 5 is gericht tegen de toewijzing door de rechtbank van de door [F 1] geoffreerde herstelkosten ten bedrage van € 6.545,-- (incl. btw). [appellant] heeft de verschuldigdheid van dit bedrag betwist door er met name op te wijzen dat dat bedrag niet alleen ziet op herstel van de lekkage, maar op het vervangen van de gehele badkamer inclusief het leidingwerk. Het hof overweegt als volgt. Nu de aanwezigheid van een gebrek in de woning dat aan het normale gebruik als woonhuis in de weg staat is vastgesteld, is [appellant] (gelet op het in het tussenarrest onder 3.5.3 overwogene) in beginsel aansprakelijk jegens [geïntimeerden] voor de in verband daarmee door hen geleden schade. Deze schade betreft meer dan de kosten van herstel van de aansluiting van de doucheafvoer: Uit de getuigenverklaring van [F 1] volgt bijvoorbeeld dat door de lekkage ook de OSB-platen waarop de badkamertegels zijn bevestigd door water verzadigd zijn geraakt en hersteld dienen te worden. Het op de platen aangebrachte tegelwerk zal daarbij vermoedelijk niet gehandhaafd kunnen blijven. [appellant] heeft verder niet betwist dat het louter herstellen van de aansluiting van de doucheafvoer in zoverre onvoldoende is dat [geïntimeerden] geen garantie op die werkzaamheden zal kunnen krijgen, gelet op de vermoedelijke staat van het overige leidingwerk, zodat ook dat overige leidingwerk in de doucheruimte zal moeten worden vernieuwd. De door [geïntimeerden] gevorderde schadevergoeding is daarmee, als onvoldoende betwist, voor toewijzing vatbaar. Voor aftrek “nieuw voor oud” als door [appellant] bepleit ziet het hof geen aanleiding, temeer nu de te vervangen doucheruimte recent vernieuwd was.
2.18.
Ook grief 5 faalt. Hetgeen [appellant] met zijn grieven meer of anders heeft betoogd kan niet tot andere oordelen leiden. Het vonnis waarvan beroep zal worden bekrachtigd. [appellant] zal als de in het ongelijk te stellen partij worden verwezen in de kosten van het geding in hoger beroep.

3.Beslissing

Het hof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
veroordeelt [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van [geïntimeerden] begroot op € 400,-- aan verschotten en € 1.580,-- voor salaris;
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. C.C. Meijer, R.H. de Bock en J.C. Toorman en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 21 mei 2013.