ECLI:NL:GHAMS:2012:BY3571
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing ontnemingsvordering wegens incompleet ontnemingsdossier
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 9 november 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Haarlem. De zaak betreft een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, waarbij het openbaar ministerie een bedrag van € 39.797,16 wilde vorderen. De veroordeelde was eerder door de rechtbank Haarlem op 9 mei 2007 en door het gerechtshof Amsterdam op 20 mei 2010 veroordeeld voor verschillende feiten, waaronder het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en deelname aan een criminele organisatie.
Tijdens de behandeling van de ontnemingsvordering kwam naar voren dat het ontnemingsdossier incompleet was. Belangrijke redengevende verklaringen en bewijsmiddelen, zoals tapgegevens, ontbraken. Het hof stelde vast dat deze stukken, die essentieel zijn voor de toetsing van de vordering, niet in het dossier aanwezig waren. Ondanks dat de advocaat-generaal op het ontbreken van deze stukken was gewezen, heeft het openbaar ministerie nagelaten het dossier te completeren.
Gelet op het ontbreken van cruciale bewijsstukken, kon het hof niet anders dan de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel af te wijzen. Het hof oordeelde dat aan een inhoudelijk oordeel over de ontnemingsvordering niet toegekomen kon worden, omdat de noodzakelijke stukken ontbraken. Het hof bevestigde daarmee het vonnis van de rechtbank Haarlem, dat de ontnemingsvordering eerder had afgewezen.