ECLI:NL:GHAMS:2012:BX3117
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toelating tot de schuldsaneringsregeling en onterecht ontvangen kinderopvangtoeslag
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 3 mei 2012, hebben appellanten X en Y, gehuwd en ouders van drie minderjarige kinderen, hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van hun verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. De rechtbank Amsterdam had op 17 januari 2012 geoordeeld dat Y c.s. niet te goeder trouw waren geweest bij het onbetaald laten van schulden aan de Voordeelbank B.V. en KPN, en dat zij ten onrechte kinderopvangtoeslag hadden ontvangen. De appellanten stelden dat hun financiële situatie inmiddels onder controle was, maar het hof oordeelde dat zij niet voldoende aannemelijk hadden gemaakt dat de oorzaken van hun schulden, waaronder de belastingschuld van € 16.169,-, volledig onder controle waren. Het hof benadrukte dat de appellanten in de vijf jaar voorafgaand aan hun verzoekschrift niet te goeder trouw waren geweest, en dat zij onterecht meer kinderopvangtoeslag hadden ontvangen dan waar zij recht op hadden. De rechtbank had terecht geoordeeld dat er geen omstandigheden waren die aanleiding gaven tot toepassing van artikel 288 lid 3 van de Faillissementswet. Het hof bekrachtigde de beslissing van de rechtbank, waarmee het verzoek van Y c.s. tot toelating tot de schuldsaneringsregeling werd afgewezen.