ECLI:NL:GHAMS:2012:BV9193
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.P.M. van Rijn
- A.D.R.M. Boumans
- J.P. Kruimel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake overdrachtsbelasting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de inspecteur van de Belastingdienst tegen een uitspraak van de rechtbank Haarlem, waarin het beroep van belanghebbende tegen de afwijzing van zijn verzoek om teruggaaf van overdrachtsbelasting niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank had het beroepschrift doorgezonden naar de inspecteur ter behandeling als bezwaarschrift, wat het Hof onterecht achtte. Het Hof oordeelt dat tegen de door de inspecteur op grond van artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr) genomen beschikking geen bezwaar en beroep mogelijk is. Dit betekent dat de rechtbank ten onrechte het beroepschrift heeft doorgezonden naar de inspecteur en hem heeft opgedragen om alsnog op het bezwaar te beslissen.
Het onderzoek ter zitting vond plaats op 23 december 2011, waar belanghebbende en de inspecteur aanwezig waren. De inspecteur heeft een pleitnota overgelegd. Het Hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond. Het Hof stelt vast dat de inspecteur in zijn uitspraak op bezwaar van 28 april 2010 het bezwaar tegen de voldoening van de overdrachtsbelasting niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het Hof concludeert dat de rechtbank niet heeft kunnen oordelen dat het beroepschrift doorgezonden moest worden, omdat er geen mogelijkheid was voor bezwaar en beroep tegen de beschikking van de inspecteur.
De rechtbank had ook overwogen dat de termijn voor het indienen van bezwaar zes weken bedraagt en dat belanghebbende niet heeft aangetoond dat hij tijdig bezwaar heeft gemaakt. Het Hof volgt de overwegingen van de rechtbank en concludeert dat het hoger beroep van de inspecteur gegrond is. Het incidenteel hoger beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.