ECLI:NL:GHAMS:2012:BV8683
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beroepsaansprakelijkheid van een advocaat in hoger beroep met betrekking tot huurrestitutie
In deze zaak gaat het om de beroepsaansprakelijkheid van een advocaat, mr. [geïntimeerde], die Weduwe [Z.] bijstond in een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De kantonrechter had in eerste aanleg geoordeeld dat de vorderingen van Weduwe [Z.] tegen de Woningbouwvereniging Het Oosten, die betrekking hadden op overlast en gebreken aan de gehuurde woning, waren afgewezen. Weduwe [Z.] stelde dat mr. [geïntimeerde] een beroepsfout had gemaakt door de (huur)zaak onvoldoende toe te lichten in hoger beroep, wat zou hebben geleid tot schade van € 2.726,11. Het hof oordeelde dat de kantonrechter terecht had geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was dat de beroepsfout van mr. [geïntimeerde] had geleid tot de gevorderde schade. Het hof verwierp de grief van Weduwe [Z.] en bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter. Het hof concludeerde dat er onvoldoende was gesteld om aan te nemen dat een betere toelichting door de advocaat tot een ander resultaat zou hebben geleid. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs voor causaal verband in beroepsaansprakelijkheidszaken.