2.2Als erkend dan wel niet of onvoldoende betwist staat het volgende tussen partijen vast.
2.2.1. [[appellant sub 1] was, samen met enkele vennootschappen waarvan hij aandeelhouder was, betrokken bij de exploitatie van het zogenoemde “Freedreams-concept” waarbij overnachtingen in kamers van hotels met overcapaciteit werden verkocht. [appellant sub 1] is direct of indirect aandeelhouder van Freedreams Ltd. en Freedreams Distribution B.V.. De heer H.J.M. van den Hombergh is direct of indirect aandeelhouder van Freedreams B.V. en Freedreams Holding N.V.
2.2.2.Freedreams Distribution B.V. heeft de merknamen Freedreams, Freedreams Hotelbon, Internationale Hotelbon, Fly Free en FIP Promotours in de periode 1992-1995 doen deponeren bij het Benelux Merkenbureau.
2.2.3.In 1996 is deze merkenrechtelijke registratie gewijzigd en zijn genoemde merken ten name van Freedreams Ltd. (toen nog genaamd Forty-One Ltd.) gesteld.
2.2.4.Op grond van een koopovereenkomst van 9 juni 1999 hebben Freedreams Ltd en Freedreams Distribution B.V. het Flexibreaks/Freedreams concept verkocht aan Freedreams Holding N.V. tegen een koopprijs van ƒ 9.100.000,--. Freedreams Holding N.V. heeft dat concept diezelfde dag doorverkocht aan Freedreams B.V.
2.2.5.De FIOD onderzoek heeft verricht naar [appellant sub 1] en aan hem gelieerde vennootschappen, waaronder Freedreams Ltd. en Freedreams Distribution B.V.
2.2.6.De belastingdienst heeft zich vervolgens op het standpunt gesteld dat bij het overschrijven in 1996 van de onder 2.2.2 genoemde merknamen op naam van Forty-One Ltd. ten onrechte geen vergoeding door Forty-One Ltd. (thans Freedreams Ltd.) is betaald aan Freedreams Distribution B.V., hetgeen door de belastingdienst slechts verklaarbaar wordt geacht door het feit dat [appellant sub 1] van beide vennootschappen (economisch) aandeelhouder was. De Inspecteur heeft in verband hiermee de winst van Freedreams Distribution B.V. verhoogd met ƒ 3.000.000, en voor hetzelfde bedrag een winstuitdeling aan [appellant sub 1] als aandeelhouder van Freedreams Distribution B.V. in aanmerking genomen.
2.2.7.De belastingdienst heeft zich voorts naar aanleiding van het FIOD-onderzoek op het standpunt gesteld dat de feitelijke leiding van Freedreams Ltd., hoewel op Isle of Man gevestigd, vanuit Nederland geschiedde, zodat zij als Nederlands belastingplichtige voor de vennootschapsbelasting moet worden aangemerkt. Door de Ontvanger is op 14 juni 2001 aan de president van de rechtbank Arnhem verlof gevraagd en gekregen voor het leggen van conservatoir derdenbeslag onder Freedreams B.V. ten laste van Freedreams Ltd. tot een bedrag van ƒ 3.800.000, zulks vanwege materieel verschuldigde vennootschapsbelasting 1996, 1998 en 1999 ten belope van ongeveer ƒ 3.700.000. De termijn waarbinnen de eis in hoofdzaak dient te worden ingesteld is daarbij vastgesteld op zes maanden.
2.2.8.Op 26 juni 2001 is namens de Ontvanger beslag gelegd onder Freedreams B.V. op (onder meer) vorderingen die Freedreams Ltd. op Freedreams B.V. mocht hebben of uit (een) ten tijde van het beslag reeds bestaande rechtsverhouding(en) rechtstreeks zal verkrijgen.
2.2.9.Freedreams B.V. antwoordde op vragen van de belastingdienst bij brief van 30 augustus 2001 onder meer:
“Op 9 juni 1999 is er een koopovereenkomst gesloten tussen enerzijds Freedreams Ltd. en FIP Promotion BV en anderzijds Freedreams Holding NV (voorheen genaamd Freedreams Hotelbon Holding NV) te Curaçao.
Met als effectieve datum 9 juni 1999 heeft Freedreams Holding NV de in de bovengenoemde koopovereenkomst verworven activa voor dezelfde prijs (f 9.100.000) verkocht aan Freedreams BV.
In uw brief zegt u dat ook de schuld aan Freedreams Ltd. door Freedreams Holding NV is overgedragen aan Freedreams BV. Dit is dus niet het geval. Freedreams BV is f 9.100.000 schuldig aan Freedreams Holding NV. De schuld van Freedreams Holding NV wordt in opdracht van de NV door de BV betaald. Dit betreft dus betaling ten behoeve van een derde. Dat verklaart de door ons gevoerde correspondentie met de Ltd.
Derhalve hebben wij u de Verklaring bij Derdenbeslag geretourneerd met de mededeling dat Freedreams BV niets verschuldigd is of zal worden aan Freedreams Ltd.”
2.2.10.Op 20 december 2001 heeft de Ontvanger aan de president van de rechtbank Arnhem verzocht om verlenging van de termijn waarbinnen de eis in hoofdzaak dient te worden ingesteld met zes maanden. Dit verzoek is toegewezen.
2.2.11.Ter vervanging van het conservatoir derdenbeslag hebben Freedreams Ltd. en Freedreams Distribution B.V. op 11 juli 2002 aan de Ontvanger in pand gegeven al hetgeen zij nog te vorderen hebben van Freedreams B.V. en Freedreams Hotelbon Holding N.V. (met name) uit hoofde van de overeenkomst van 9 juni 1999.
2.2.12.Naar aanleiding van de uitkomsten van het FIOD-onderzoek is [appellant sub 1] strafrechtelijk vervolgd. In hoger beroep is hij bij arrest van 6 september 2007 veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met een proeftijd van twee jaar en een geldboete van EUR 50.000 vanwege
a. valsheid in geschrift (valselijk in aangifteformulier inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1996 doen vermelden dat zijn belastbaar inkomen voor de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1996 ƒ 15.316 bedroeg, terwijl dit inkomen in werkelijkheid hoger was) en
b. feitelijk leiding geven aan het opzettelijk onjuist doen van een bij de belastingwet voorziene aangifte door FIP Promotion B.V. (vennootschapsbelasting 1996).
[appellant sub 1] heeft tegen dit arrest cassatieberoep ingesteld bij de Hoge Raad.