Uitspraak
mr. M.G. Jansente Haarlem,
mr. T.W. Jaburgte Amsterdam.
1.Het geding in hoger beroep
2.De feiten
Doorbelasting telefoonkosten voor de jaren 2002 tot en met 2008 7 jaar, 2 personen, € 135 per maand”.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een besloten vennootschap tegen een vonnis van de rechtbank Haarlem. De appellante, vertegenwoordigd door mr. M.G. Jansen, vorderde betaling van een bedrag van € 36.374,20 van de geïntimeerde, een andere besloten vennootschap, vertegenwoordigd door mr. T.W. Jaburg. De vordering was gebaseerd op een rekening-courant verhouding en telefoonkosten die door de appellante waren gemaakt. De rechtbank had in eerste aanleg geoordeeld dat de vordering uit de rekening-courant was verjaard en dat de appellante onvoldoende bewijs had geleverd voor de telefoonkosten.
In hoger beroep heeft de appellante zeven grieven ingediend, waaronder de stelling dat de vordering niet was verjaard en dat er wel degelijk sprake was van een erkenning van de vordering door de geïntimeerde. Het hof heeft de feiten uit de eerste aanleg overgenomen en beoordeeld of de vordering uit de rekening-courant en de telefoonkosten toewijsbaar waren. Het hof oordeelde dat de vordering uit de rekening-courant was verjaard, omdat de appellante niet had aangetoond dat het saldo jaarlijks was vastgesteld en meegedeeld aan de geïntimeerde.
Met betrekking tot de telefoonkosten oordeelde het hof dat, hoewel de kosten in beginsel gedeeld moesten worden, de appellante niet voldoende bewijs had geleverd om haar vordering te onderbouwen. Het hof heeft echter wel geoordeeld dat er sprake was van ongerechtvaardigde verrijking, omdat de geïntimeerde gebruik had gemaakt van de telefoonaansluiting zonder daarvoor te betalen. Het hof heeft de vordering tot schadevergoeding op basis van ongerechtvaardigde verrijking toegewezen voor een bedrag van € 500,-, vermeerderd met wettelijke rente. De kosten van de procedure werden toegewezen aan de geïntimeerde, die als de overwegend in het ongelijk gestelde partij werd aangemerkt.