In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 16 oktober 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de exequaturprocedure voor buitenlandse arbitrale vonnissen. De rechtspersoon OAO Severnee Rechnoe Parokhodstvo (Northern River Shipping Company), hierna NRSL, heeft hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam, die op 10 mei 2012 verlof had verleend tot tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis van de Internationale Commerciële Arbitragerechtbank te Moskou. Dit vonnis, gewezen op 26 maart 2002, verplichtte NRSL tot betaling van een bedrag aan de andere partij, Kompas Overseas Inc., gevestigd in Panama. NRSL verzocht het hof om de beschikking van de voorzieningenrechter te vernietigen en het verzoek van Kompas tot tenuitvoerlegging af te wijzen, met veroordeling van Kompas in de proceskosten.
Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het appelverbod, dat geldt voor verzoeken op basis van het Verdrag van New York, niet van toepassing is op verzoeken die zijn gebaseerd op de nationale wetgeving, zoals artikel 1076 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Het hof oordeelde dat partijen vrij zijn om gebruik te maken van de nationale wetgeving voor de tenuitvoerlegging van buitenlandse arbitrale vonnissen, en dat dit niet leidt tot een uitsluiting van hoger beroep. Het hof heeft ook de incidentele vordering van NRSL tot schorsing van de tenuitvoerlegging van de bestreden beschikking toegewezen, omdat er voldoende restitutierisico was aangetoond. De beslissing van het hof houdt in dat de uitvoerbaarheid bij voorraad van de beschikking wordt geschorst totdat er een eindbeslissing in de hoofdzaak is gegeven. De kosten van het incident zullen worden verhaald op de in het ongelijk gestelde partij, Kompas.