ECLI:NL:GHAMS:2011:BX3049
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Faillissementsrecht en de rol van steunvorderingen in de beoordeling van betalingsonmacht
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om een verzet tegen een eerder uitgesproken faillissement van TDM Holdings N.V. (TDM). C.G. Invest B.V. en Begro Beheer B.V. (CG Invest c.s.) hebben op 18 november 2011 verzet aangetekend tegen het arrest van 10 november 2011, waarin het hof het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 19 oktober 2011 heeft vernietigd en TDM in staat van faillissement heeft verklaard op verzoek van IBM Nederland Financieringen B.V. (IBM). De zaak werd behandeld op 20 december 2011, waarbij verschillende stukken en verklaringen zijn ingediend door de betrokken partijen.
CG Invest c.s. betogen dat het hof ten onrechte heeft aangenomen dat TDM in de toestand verkeert dat zij heeft opgehouden te betalen. Zij stellen dat de leningen die IBM als steunvorderingen heeft ingediend, achtergesteld zijn en niet opeisbaar. Het hof overweegt dat de enkele omstandigheid dat schuldeisers hun vorderingen niet ter verificatie bij de curator hebben ingediend, niet betekent dat deze leningen niet kunnen bijdragen aan de conclusie dat TDM in betalingsonmacht verkeert. Het hof wijst erop dat de achterstelling van de leningen als voorwaardelijk moet worden beschouwd, en dat de verklaringen van betrokkenen onvoldoende overtuigend zijn om tot een andere uitleg te komen.
Uiteindelijk komt het hof tot de conclusie dat het verzet ongegrond is en bevestigt het eerdere oordeel dat TDM in de toestand verkeert dat zij heeft opgehouden te betalen. Het hof wijst het verzet af, en het arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 27 december 2011. De betrokken partijen hebben de mogelijkheid om binnen acht dagen na de uitspraak beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad.