ECLI:NL:GHAMS:2011:BV9300
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toezeggingen door de gemeente Haarlemmermeer met betrekking tot schadeloosstelling en alternatieve locatie voor jachthaven
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 1 november 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vraag of de gemeente Haarlemmermeer toezeggingen heeft gedaan aan [ Appellant ] met betrekking tot schadeloosstelling na de opheffing van zijn jachthaven. [ Appellant ] stelde dat wethouder [ X ] tijdens een voorlichtingsbijeenkomst op 27 oktober 2003 had toegezegd dat bij verplaatsing van jachtwerf 'De Drijver', de uithuisplaatsing door de gemeente zou plaatsvinden onder de voorwaarde 'nieuw voor oud'. Het hof oordeelde echter dat, zelfs als deze uitlatingen gedaan zijn, [ Appellant ] deze niet als bindende toezegging kon opvatten. De aard van de bijeenkomst en de context van de uitlatingen maakten dat de gemeente niet juridisch gebonden was aan deze uitspraken.
Het hof verwees naar een brief van de wethouder van 26 november 2003, waarin duidelijk werd gemaakt dat er geen toezegging was gedaan in de door [ Appellant ] gestelde zin. Na ontvangst van deze brief kon [ Appellant ] zich niet meer beroepen op een gerechtvaardigd vertrouwen dat er bindende toezeggingen waren gedaan. Het hof concludeerde dat de gesprekken tussen de gemeente en [ Appellant ] over een alternatieve locatie voor de jachthaven waren afgebroken, niet door toedoen van de gemeente, maar omdat [ Appellant ] een schadeclaim indiende en geen verdere interesse toonde in de voorgestelde locaties.
Het hof oordeelde verder dat publicaties en andere stukken die door [ Appellant ] waren ingediend, geen basis vormden voor de gestelde toezeggingen. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel werd eveneens verworpen, omdat de situatie van andere partijen niet vergelijkbaar was met die van [ Appellant ]. Uiteindelijk werden de grieven van [ Appellant ] verworpen en werd het vonnis van de rechtbank Haarlem van 16 september 2000 bekrachtigd, waarbij [ Appellant ] werd veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.