ECLI:NL:GHAMS:2011:BV0057
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Effectenlease en gebondenheid aan WCAM-overeenkomst bij niet-tijdige opt-out verklaring
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om een hoger beroep van [appellant sub 1] c.s. tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, sector kanton. De appellanten hebben drie grieven ingediend en verzochten het hof om het bestreden vonnis te vernietigen en hun vorderingen alsnog toe te wijzen, met veroordeling van Dexia in de kosten van beide instanties. Dexia heeft de grieven bestreden en verzocht om bekrachtiging van het vonnis.
De feiten zijn als volgt: [appellant sub 1] heeft op 30 augustus 2001 een effectenlease-overeenkomst gesloten met Dexia, die een looptijd van 10 jaar had. In januari 2007 heeft de gemachtigde van [appellant sub 1] c.s. de nietigheid van de leaseovereenkomst ingeroepen. Echter, noch [appellant sub 1] noch [appellante sub 2] heeft vóór 1 augustus 2007 een opt-out verklaring ingediend, wat hen bindt aan de WCAM-overeenkomst. Het hof oordeelt dat de grieven van [appellant sub 1] c.s. falen, omdat zij niet tijdig de opt-out verklaring hebben ingediend en daarmee de vordering tot buitengerechtelijke vernietiging hebben prijsgegeven.
Het hof concludeert dat de gebondenheid aan de WCAM-overeenkomst niet kan worden ontlopen door het indienen van een opt-out verklaring op een andere wijze dan voorgeschreven. De grieven worden verworpen en het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter. [appellant sub 1] c.s. worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die aan de zijde van Dexia zijn begroot op € 1.745,- aan verschotten en € 1.631,- aan salaris.