2.8 Beoordeeld moet worden of S&W bij de uitvoering van die opdracht jegens [appellanten] is tekortgeschoten. Hiertoe overweegt het hof als volgt.
Uit het e-mailbericht van 30 januari 2007 van [G.] aan [appellant sub 1] (antwoord op vragen 4 en 5) mochten [appellanten] redelijkerwijs afleiden dat [G.] zich realiseerde dat de benodigde vloerdikte mede afhankelijk was van het bouwkundig ontwerp en voorts dat [G.] niet wist welke wanden dragend uitgevoerd zouden worden. Niettemin heeft [G.], nadat de hiervoor in rov. 2.3 sub j bedoelde
e-mailberichten waren gewisseld, bij e-mailbericht van
27 februari 2007 bericht akkoord te gaan met de door
Orion Beton aangenomen vloerbelastingen, zonder nadere informatie van [appellant sub 1] te hebben verkregen en zonder nog te vragen naar het bouwkundig ontwerp of de vraag te stellen welke wanden dragend uitgevoerd zouden worden.
De vraag is of [appellanten] hieruit redelijkerwijs mochten afleiden dat het bericht van [G.] van 27 februari 2007 inhield dat het draagvermogen van de vloer niet alleen voldoende zou zijn indien op de vloer geen dragende wanden zouden komen, maar ook indien dat wel het geval zou zijn. Bij de beantwoording van die vraag kunnen onder meer de volgende vragen en omstandigheden van belang zijn:
- de gestelde omstandigheid dat op of omstreeks 1 juni 2005
zijdens Canframe aan S&W zou zijn medegedeeld dat er op de
vloer van de begane grond geen dragende wanden zouden komen;
- de omstandigheid dat in de brief van Canframe van
17 maart 2006 werd verzocht om een wapeningsadvies voor het breedplaatdek, onder de gestelde omstandigheid dat bij
die brief geen tekening van de bovenbouw werd verstrekt;
- het niet onaanzienlijke tijdsverloop sinds voornoemde
omstandigheden tot het e-mailbericht van 30 januari 2007;
- de omstandigheid dat [G.] in dat e-mailbericht bij
het antwoord op vraag 4 niet alleen heeft verwezen naar
het bouwkundig ontwerp, maar ook naar de leverancier van
de vloer en dat het e-mailbericht van 27 februari 2007 nu
juist zag op controle van berekeningen die de leverancier
van de vloer had verstrekt;
- de omstandigheid dat het e-mailbericht van 30 januari 2007 kennelijk niet eraan afdeed dat S&W op 19 februari 2007
een constructieberekening kon verstrekken;
- de betekenis van het op 8 maart 2007 door S&W gezette
stempel op tekeningen van Orion Beton;
- de omschrijving van de werkzaamheden op de factuur van
6 november 2007 en de hoogte van het bij die factuur in rekening gebrachte bedrag.
Het hof heeft behoefte aan nader partijdebat, toegespitst op voornoemde vraag. Het zal de zaak daartoe naar de rol verwijzen voor aktewisseling.